Saturday, March 17, 2007

Ziek

Vorige week ben ik even op bliksembezoek in Nederland geweest. Ik was uitgenodigd om de "State Of The Art Lecture" te geven op de Boerhaave (na)scholingscursus voor Infectieziekten. Nou ja, de organisatoren wilden eigenlijk dat David Relman, het hoofd van ons lab, het praatje zou geven, maar hij kon niet. Dus mocht ik de eer van ons lab verdedigen. Het kwam wel een beetje raar uit, want mijn ouders waren nog hier bij ons in California op bezoek en dan is het toch vreemd om zelf in Nederland te zitten. Maar mijn ouders waren de tweede week bij mijn broer, dus ik had besloten toch maar te gaan.

Het was voor het eerst dat ik de grote oversteek in mijn eentje maakte. Gelukkig was de vlucht half leeg, en zodra het lampje "stoelriemen vast" uitging, stond ik op, bezette de drie stoelen in de rij voor mij, ging languit liggen, nam een slaappil, en was vertrokken. Heerlijk uitgerust kwam ik aan in Nederland en nam de trein naar Gouda, waar mijn zwager Helger mij van het station afhaalde. Normaal logeren we bij mijn ouders als we in Nederland zijn, maar die zaten dus bij Arjan in California! Gelukkig mocht ik bij mijn zus Charlotte logeren. Het was leuk om mijn neefje Daan (bijna 6) en nichtje Emma (2) weer eens te zien! Die waren sinds ons laatste bezoek natuurlijk flink gegroeid. Daan was helemaal in zijn sas met de Spiderman pyjama, en voor Emma had ik een leuk roze t-shirt en korte broek meegenomen.

Vrijdag toog ik naar de Leeuwenhorst in Noordwijkerhout, waar de cursus plaatsvond. Er waren bijna 400 deelnemers, dus een flink publiek. Mijn praatje was 's avond na het diner, dus het kostte wat moeite om iedereen van het buffet met sushi, kippepoten, en megaijsbollen weer terug de conferentiezaal in te krijgen.... Maar de voordracht ging goed, en ik kreeg goede responses. Het ging over de bacterien die in ons lichaam wonen, de goeie beestjes dus, die ons helpen bij de vertering van ons eten en de bescherming tegen indringers. Je hebt 10x meer bacterien in je lijf dan menselijke cellen! Op ons lab werken we aan de karakterisering van deze bacteriegemeenschappen en het was leuk om over ons onderzoek te mogen vertellen.

Zaterdag heb ik lekker gewinkeld met mijn zus in de Goudse binnenstad. Heerlijk om weer eens in de Hema en V&D te lopen. 's Middags heb ik een bezoek gebracht aan mijn oude werkplek, het St. Antonius ziekenhuis in Nieuwegein, waar ik van mijn oude baas een rondleiding kreeg door het prachtige verbouwde laboratorium. Leuk om te zien hoe de plannen nu toch werkelijkheid zijn geworden. De dag werd besloten met een wijnproef avond bij Charlot en Helger thuis. De fles wijn uit 1967 was helaas niet zo goed meer, maar de andere 3 flessen smaakten des te beter.

Zondag vloog ik alweer terug. De vlucht was helaas bijna helemaal vol, maar de plek naast me was leeg, dus ik zat toch vrij ruim en kon zelfs een paar uur slapen. Gerard haalde me op het vliegveld af, en 's avonds kwamen mijn ouders, broer, schoonzus en nichtje bij ons thuis pizza eten. Ondanks dat ik in het vliegtuig had kunnen slapen voelde ik me moe en chagrijnig, mijn keel begon zeer te doen, en ik ging vroeg naar bed.

Nu is het alweer een week later, en ik ben de hele week al ziek geweest. Maandag en dinsdag heb ik nog wel gewerkt, maar dinsdagavond tijdens het afscheidsetentje van mijn ouders bij de Chinees in Fremont, kreeg ik opeens last van mijn oog. Mijn vader, huisarts in ruste, stelde al snel de hoogwetenschappelijke diagnose snotoog. Nou dat was het ook wel. Hier in de VS heet het pink eye, oftewel conjunctivitis. Ik had de bacteriele vorm, en gelukkig had mijn schoonzus Renu nog antibioticum druppels staan.

De volgende dag werd ik wakker met een dichtgeplakt oog. Gelukkig had mijn vader dat al voorspeld, want anders was ik me naargeschrokken. Met een natte tissue kon ik de boel weer een beetje openkrijgen, maar het was wel akelig. Bovendien had ik koorts, een enorme zere keel, opgezwollen nekklieren, en hoofdpijn. Bleeeeh. Ziekgemeld dus. Ik hoopte op een lekker dagje thuis, beetje achter de computer zitten, maar ik was te ziek om iets te doen en kon alleen maar in bed liggen rillen. Dankzij de druppels werd mijn oog gelukkig snel beter, maar de volgende dag, en de dag erna was ik nog steeds ziek en koortsig. Na vier dagen in bed te hebben gelegen met koorts en hoestbuien, zere ribben en longen vol snot vond ik dat het wel eens tijd werd voor een bezoek aan de dokter.

Ik moet zeggen, dat gaat hier heel efficient. We zijn verzekerd bij Kaiser Permanente, en we zijn daar heel tevreden over. Ik belde vanochtend rond 10 uur op en ik kon al om half twee langskomen. Ik werd netjes op tijd geholpen, de dokter deed zijn onderzoekje, en besloot dat ik een röntgenfoto moest hebben van mijn longen. Hij tikte wat in de computer in, en ik kon naar de röntgenafdeling lopen om de foto laten maken, en weer teruglopen naar de dokter. Via de computer kon hij direct de scan bekijken. Gelukkig had ik geen longontsteking, en was het een gewone luchtweginfectie. De dokter tikte weer wat in de computer in, en ik kon direct bij de apotheek, 1 verdieping lager, de medicijnen ophalen. Lang leve het digitale tijdperk.

Pa en Ma op bezoek

Eind februari kwamen mijn ouders hier op bezoek! Het was alweer een jaar geleden dat ze hier waren, dus mijn broer Arjan en ik keken er erg naar uit. Ze zouden twee weken hier zijn, de eerste week bij ons in Sunnyvale, en de tweede week bij mijn broer in Union City.

Het was heerlijk om mijn ouders weer eens te zien. De laatste keer was in juli geweest, toen wij in Nederland waren. Mijn ouders zijn hier al een paar keer geweest, dus de meeste toeristische attracties hadden ze wel gezien. Vorig jaar hebben we een road trip naar de Grand Canyon gemaakt, dit jaar deden we het wat rustiger aan. We zijn een dagje naar het Monterey schiereiland gegaan, anderhalf uur rijden ten zuiden van hier. Daar gingen we naar Point Lobos, een van mijn favoriete natuurparken hier. Het is een prachtig kustgebied, vol met rotsen, onstuimige golven, en veel wildlife. We hadden de verrekijkers meegenomen en zagen zeeleeuwen, zeehonden, zeeotters, aalscholvers, en pelikanen. Dom genoeg hadden we allemaal vergeten een fototoestel mee te nemen, dus ik recycle hier even wat oude foto's.





Daarna reden we door over de prachtige Highway 1 langs de kust naar Big Sur. We lunchten bij een leuk restaurant langs de weg, en reden terug noordwaarts naar Carmel. Dat is een gezellig plaatsje met veel boetiekjes en gallerietjes. Clint Eastwood was hier ooit burgemeester, en schijnt hier nog wel eens langs te komen. Clint zagen we niet, maar wel een schattig snoepwinkeltje, de Cottage Of Sweets, waar ze Hollandse drop bleken te hebben! Ik mocht alles proeven, en liet een paar lekkere zakken volscheppen. Mmmmm. Op de terugweg stopten we nog "even" bij de Gilroy Outlet Stores. Dat zijn drie gigantische complexen met winkels van Nike, Puma, Levis, Ralph Lauren, etc. Heerlijk shoppen voor lage prijzen.

Verder hebben we het rustig aan gedaan. Ik ben een dagje gaan werken terwijl mijn ouders in Sunnyvale hebben gelopen, mijn moeder en ik zijn een dagje wezen winkelen in Westfield Valley Fair, de grote shopping mall in San Jose, met bijna 400 winkels.

Woensdagavond hebben we met zijn viertjes gegeten in Manresa, een twee-sterren Michelin restaurant in Los Gatos. Michelin heeft vorig jaar voor het eerst de San Francisco Bay Area gekeurd, en alle restaurants keken natuurlijk met spanning uit naar het rode boekje. Uiteindelijk heeft 1 restaurant de felbegeerde drie sterren gekregen, vier restaurants (waaronder Manresa) twee sterren, en een stuk of 20 kregen 1 ster. Op mijn verjaardag had Gerard me als verrassing naar dit restaurant genomen, en het was een geweldige ervaring. Ook deze keer was het heerlijk. Alles tip top, snel, beleefd, heerlijk. Ik moet zeggen, na zo'n restaurant valt elk ander restaurant een beetje tegen, hoor!

We zijn ook een paar keer wezen zwemmen, want we hebben inmiddels een lidmaatschap gekocht van de Fairbrae Swim And Tennis Club, die op 2 min afstand van ons huis ligt. Dat betekent dat we nu elke dag van 6 uur 's ochtends tot 10 uur 's avonds kunnen zwemmen (of tennissen). Heerlijk! Het water is verwarmd, dus het hele jaar door kunnen we baantjes trekken.

In het weekend hebben we gewandeld bij Shoreline, een natuurgebied aan de rand van de Bay, met zoutmeren, en een groot zoetwatermeer. Op zaterdag is het hier altijd druk met gezinnen en kinderwagens! We dronken een glaasje lemonade bij het Lakeside Cafe, en liepen weer terug naar de auto. Daarna reden door naar het Ames NASA Exploration Center in Mountain View. Hier hadden ze beelden van de Rover karretjes op Mars, een levensgroot model van een deel van de Space Shuttle, en beelden van de Cassini missie naar Saturnus.

En uiteraard hebben we ook gewoon heerlijk met elkaar ontbeten, gepraat en gelachen. Op dinsdag verhuisden mijn ouders naar Arjan, waar ze nog een weekje bleven.

Harry en Ingrid op bezoek - Deel 3: Going North

Donderdag 21 december vertrokken we vanuit Tucson voor een lange rit noordwaarts naar de Grand Canyon. Dit was een typische “American Roadtrip” dag, uren in de auto, halve liter koffie naast je in de cupholder, meezingen met de muziek uit de CD speler, alleen stoppen voor benzine en toiletbezoek, snel een broodje kopen, en weer gaan. Ik vind het erg leuk om te doen, want er is best veel te zien onderweg, prachtige landschappen met vergezichten, rechte, bijna lege snelwegen met af en toe een supergrote camper of megatruck. We reden door Phoenix, aten een hapje bij een Denny’s onderweg (“always open”), en reden weer verder.

Eindelijk kwamen we aan in het Grand Canyon National Park. We kochten een National Park Pass (toegang tot alle parken, en je steunt een goed doel) en reden het park in. Het duurde nog een half uurtje voor we bij de “rim” waren, de rand dus. De Grand Canyon is een diepe spleet in de aarde, uitgesleten door de Colorado River. Even wat cijfers, zodat je een gevoel krijgt van de grootte van het gat. De canyon is 450 km lang, en 1600 meter diep, uitgeslepen in een overigens vlak landschap. Toen ik er begin 2006 met mijn ouders en broer was, heb ik een helicoptertocht met mijn vader over de canyon gemaakt, en je kon goed zien hoe vlak het land eromheen is, en dan plotseling dat diepe gat. De randen liggen op 2100 (zuidrand) en 2400 (noordrand) meter hoogte, en dat voel je wel als je een stukje wandelt. Hijg hijg.

Natuurlijk reden we direct naar de eerste de beste parkeerplaats voor een eerste indruk. En hoewel het voor mij de derde keer was dat ik de canyon zag, was het weer net zo mooi als de eerste keer. Het zonlicht was prachtig zo aan het eind van de middag. Harry en Ingrid poseerden voor de “We Were There” foto.




Er zijn een stuk of 10 grote parkeerplaatsen met uitkijkplateau’s langs de rim van de canyon. Vanaf elke uitkijkpost is het uitzicht net ietsjes anders, dus je blijft foto’s maken. De ondergaande zon wierp mooie schaduwen over alle ribbels, dalen, en pieken in de canyon.




Het is ook erg grappig om te kijken hoe mensen zich in de gekste bochten wringen om hun geliefden en de canyon op de foto te krijgen. Sommigen springen over de hekjes voor een nog mooier plaatje....... Nou, wij bleven netjes achter de veilige reling.




Na deze onvergetelijke blik in de grote spleet, reden we naar de Bright Angel Lodge, waar we een kamer hadden geboekt. De lodge was gezellig ingericht met een kerstboom en open haard, en de mensen aan de receptie waren uitermate vriendelijk.




Onze kamers bleken in een soort hutjes te zitten, vier kamers in een huisje. De kamers waren oud maar sfeervol en comfortabel, en de verwarming stond al aan. Dat was geen overbodige luxe want het was buiten inmiddels rond het vriespunt, en dat is best koud als je vanuit California komt. We aten die avond in de Arizona Room, een restaurant naast de Bright Angel Lodge. Het was al donker, dus we moesten het prachtige uitzicht vanaf het restaurant missen, maar het eten was goed, en de sfeer gezellig.

Toen we de volgende dag wakker werden en de gordijnen openden, was het aan het sneeuwen. De daken van de huisjes, de auto, alles zat onder een wit laagje. We waren ineens helemaal in kerststemming, hoor!




Na een stevig ontbijt in de lodge namen we een kijkje bij de rand van de afgrond. Nou, het was maar goed dat we gisteren hadden gezien dat er hier inderdaad een Grand Canyon was, want nu lag de hele canyon verborgen in de laaghangende wolken. Er was helemaal niets te zien! Wat sneu voor de toeristen die vandaag aankwamen en vanavond weer weggingen (volgens 1 van mijn collega’s is de gemiddelde tijd die een toerist in de Canyon doorbrengt maar 3 uur). Dan maar de Kolb fotostudio in, een oud, historisch gebouwtje, waar vroeger de bezoekers zich lieten vereeuwigen. Gerard was erg geinteresseerd in de oude camera.




De mist dacht er niet over om minder te worden. Gelukkig hadden wij gisteren al veel foto’s genomen, en gezien het weer besloten om eerst eens de bus te pakken naar het nieuwe visitorcentrum. Dan konden we vandaaruit weer langs de rand van de canyon teruglopen. De bushalte bleek vlak bij het weitje van de muildieren te zijn. De mules zijn een bekend gezicht hier bij de Canyon. Al meer dan 100 jaar maken mensen op de lastdieren de tocht naar beneden, en nog steeds is het een populaire attractie. Je kunt op een muildier zittend een tochtje de canyon in maken, of zelfs helemaal naar beneden gaan. Vandaag leek het erop dat alle tochten afgelast waren vanwege het weer. De beestjes stonden zielig in de sneeuw. We besloten dat voor ons de bus toch wel een iets beter vervoermiddel was!




Er zijn grote plannen om dit hele toeristencentrum, hier aan de zuidkant van de Canyon, autovrij te maken. Er worden grote parkeerterreinen aangelegd aan de rand van het park, de busdiensten zullen flink worden uitgebreid, er zullen fietsen te huur zijn, en alle autoverkeer zal worden verboden. Mooie plannen, zeker in dit land waar de auto toch echt wel de heilige koe is. Maar zover is het nog niet, het zal pas over een paar jaar allemaal klaar zijn. Het nieuwe bezoekerscentrum is al wel open, en met hooggespannen verwachtingen liepen we naar het gebouw. Nou, groot was het wel, een gigantische lege hal met hier en daar wat fotoborden. De hal was duidelijk gebouwd op grote groepen, maar met de anderhalve man en een paardekop die de moeite hadden genomen om hier te komen, was er bijzonder weinig te beleven. Ik had gehoopt op veel informatie over de verschillende dieren die hier leefden (we hadden onderweg in de bus een paar herten gezien), maar er was weinig te leren hier. Gelukkig was er wel een reliefplattegrond van de canyon, waarop je goed kon zien hoe de verschillende lagen zijn opgebouwd. Misschien komt er in de toekomst nog meer informatie, maar vooralsnog viel het een beetje tegen. Op onderstaande foto ziet het gezelschap er dan ook nogal uitgeblust uit. En wat doet die grote paal daar tussen Gerard’s benen? O, het is zijn nieuwe wandelstok. Ja ja, opa wordt ook een daggie ouder.



Dan maar lekker gaan wandelen. We liepen vanuit het bezoekerscentrum weer naar de rand van de canyon, en volgden vandaar het min of meer horizontale pad langs de afgrond, terug naar de lodges. Het was inmiddels opgehouden met sneeuwen, en de grond en bomen waren bedekt met een sfeervol laagje wit. Er was dan weliswaar helemaal niets van de Grand Canyon te zien, maar door de sneeuw werd het toch een prachtige wandeling van een uurtje.





De rest van de middag vermaakten we ons in de souvenirs-winkeltjes. Ze hadden er grappige T-shirts, mooie Indiaanse potterie, en zaadjes van woestijnplanten.




De middag werd afgesloten in de bar van onze lodge, met een heerlijk glas koffie-met-likeur of warme chocolademelk.



Die avond hadden we een reservering in het restaurant van de El Tovar lodge, de oudste en voornaamste van de lodges aan de Zuidrand. We hadden daar een lekker diner, met wijn, en creme brulée, het lievelingstoetje van Gerard.

De volgende ochtend was het weer gelukkig een stuk beter! De Canyon bleek er nog te liggen, hier en daar bedekt met sneeuw, en de zon begon door de wolken heen te schijnen.




We maakten met de auto een ritje naar de westelijke kant van het park, naar Hermit’s Rest. Onderweg waren er genoeg plekken om de auto even stil te zetten en een foto te maken. Vanaf deze kant kun je de Colorado rivier ook zien liggen, het stroompje dat de canyon heeft uitgesleten.




De Hermit’s Rest was een blokhut met winkeltje, en de open haard was aan. Ze verkochten er ook warme chocolade melk, heerlijk.



Nog een laatste blik in de Canyon, want we moesten er weer vandoor. We hadden onze plannen iets gewijzigd, en besloten om die avond in Las Vegas te slapen, zodat we naar de Hoover dam konden. De reis van 4 uur ging heel voorspoedig, maar een 20 km voor de dam kwamen we in een file terecht, zodat we pas rond 16.00 uur bij de Hooverdam aankwamen.




Gelukkig konden we nog mee op de laatste rondleiding. Ik was hier ook begin 2006, met mijn ouders, op de dag van de Superbowl. Het was er toen bijzonder rustig, maar vandaag, een zaterdag, was het erg druk. We waren blij dat we nog naar binnen mochten. Eerst kregen we een filmpje te zien over de bouw van dit enorme project. De dam is in 1935 gemaakt, en het was een geweldig werkgelegenheidsproject in de crisisjaren. Het werk was zwaar, maar het betaalde goed, en veel mannen hebben hier jaren gewoond en gewerkt. Na de film gingen we met de lift naar beneden, naar het binnenste van de dam. Daar zagen we de grote hallen met generatoren.



Daarna met de lift – zoef – weer omhoog naar het uitzichtsplatform. Het uitzicht naar beneden, loodrecht langs de dam in de afgrond, was duizelingwekkend.




Vanaf de Hooverdam was het nog een uurtje rijden, in het donker, naar Las Vegas. De TomTom loodste ons weer door het drukke verkeer heen, en zette ons recht voor de deur van de Motel 6, vlakbij de Strip. De Las Vegas Strip is een brede boulevard, vol met toeterende auto’s, Hummers en stretched-limo’s waaruit gillende meiden hangen. De stoep ziet zwart van de mensen, gezinnen met kinderwagens, deftige madammen, en groezelige mannen die met pornokaartjes zwaaien. Langs de Strip zijn de prachtige hotels met casino’s, allemaal met een eigen thema. Mijn favoriet is de Venetian, een nagebouwd Venetië, en de Bellagio, een superchic hotel.

Na een avond vol gokken en zuipen (ha ha ha) rolden we heerlijk ons Motel 6 bed in, sliepen als een roos, en reden de volgende dag de 900 km terug naar Sunnyvale!