Waar houden de Amerikanen zich nu mee bezig? Er is genoeg om over na te denken: oorlog in Irak, overstromingen in New Orleans, armoede in de Southern States... Maar nee, dat is even allemaal niet zo belangrijk. Het belangrijkste discussiepunt is de kerstwens.
Conservatieve groepen zijn ten strijde getrokken tegen de ontkerkelijking van Kerstmis. De veelgebruikte kerstwens "Happy Holidays" is voor hen een doorn in het oog. Liever zien ze "Merry Christmas". Maar in de winkels, op kerstkaarten, op televisie gebruikt men meestal de "Happy Holidays" groet of het nog vagere "Season's Greetings". Een stuk neutraler, in een land waar ook veel mensen Chanukah (Joods feest van het licht) of Kwanzaa (Afro-American feest) vieren.
Een belangrijke anchor van het conservatieve televisienet Fox News, Bill O'Reilly, heeft gezegd dat hij de seculiere wensen zelfs als beledigend ervaart. Sterker nog, een andere Fox News anchor, John Gibson, heeft een boek uitgegeven met als strijdlustige titel: "The War On Christmas: How the Liberal Plot to Ban the Sacred Christian Holiday is Worse Than You Thought".
Je kunt de televisie niet aanzetten of het gaat hierover. Wat moet er op het spandoek staan bij de K-mart? Wat moet de Walgreens cassiere zeggen bij het afrekenen? Hoe moet de kerstbrochure van de plaatselijke supermarkt dit jaar heten?
Gelukkig wordt alles weer flink belachelijk gemaakt in The Daily Show en The Colbert Report, twee van mijn favoriete programma’s. En betekent Holidays niet “Heilige Dagen”? Waar zeuren we dan over...
Speaking about Christmas: Rest mij nog jullie allemaal heel fijne kerstdagen te wensen! We vertrekken morgen (zondag 18 december) naar Nederland en Duitsland, waar we hopen velen van jullie te zien. Het spijt me dat het dit jaar niet is gelukt om kerstkaarten te schrijven. Ik had zeer goede voornemens, maar moest de afgelopen weken vele avonden op mijn werk doorbrengen. Ik hoop dat de trouwe lezers van deze blog (2?) genoegen nemen met deze electronische kerstwensen. En natuurlijk bedankt voor de kerstkaarten die hier al gearriveerd zijn! Hier is een foto van ons huis met de kerstlampjes, die we vorige week hebben opgehangen.
Merry Christmas and a Happy New Year. Tevreden, Bill?
Saturday, December 17, 2005
Sunday, December 11, 2005
Lumileds Party
Vorige week vrijdag, de vrijdag voor Sinterklaas, hadden we de jaarlijkse Lumileds Holiday Party. Nog even uitleggen: Lumileds is het bedrijf waar Gerard werkt.
Ze ontwerpen en maken LEDs (kleine lampjes) voor allerlei toepassingen: verkeerslichten, derde remlichten in auto's, backlighting voor monitoren en LCD-televisies. Je kent vast wel de kleine rode lampjes in je stereo, of de lichtkrant bij de bioscoop. Maar tegenwoordig kunnen LEDs in allerlei kleuren gemaakt worden! LEDs hebben een zeer lange levensduur, en verbruiken weinig energie. Ze zijn nog wel duur, maar de prijs gaat omlaag, terwijl de helderheid van de lampjes omhooggaat. En ze zijn natuurlijk ideaal voor stoplichten: een gemeente hoeft zich geen zorgen te maken dat het rode stoplicht kapotgaat, en een autobezitter hoeft niet elk jaar zijn remlampjes te vervangen. Volgens Gerard zitten de LEDjes straks overal in.
Lumileds was een joint venture, half van Philips in Nederland, en half van Agilent hier in de VS. Maar sinds kort is het bedrijf weer helemaal van Philips, die de aandelen van Agilent heeft overgekocht.
Elk jaar voor de feestdagen organiseert Lumileds een groot personeelsfeest. Maar tot nu toe waren we nog nooit op het feest geweest, omdat het elk jaar precies tegelijkertijd met een conferentie in Japan viel, waar Gerard altijd naar toeging. Jammer, want we hoorden leuke verhalen van collega's van Gerard. Goede muziek, heerlijk eten, sjieke avondjurken, en verlotingen van platte televisies. Maar ja, om daar als vrouw-van nu in je eentje heen te gaan, dat leek me niet zo leuk. Dus waren we nog nooit naar de Holiday Party geweest. Dit jaar ging Gerard niet naar de conferentie, dus we konden eindelijk naar het feest toe!
We hadden ons leuk opgedoft, want dit is Amerika: naar een personeelsfeest ga je heel sjiek. Het feest was in een hotel in San José. Toen we binnenkwamen was de feestzaal nog dicht, maar er stond al een heerlijk buffet met lekkere hapjes klaar. We konden op ons gemak eens rondkijken naar alle opgedofte mensen. Sommige vrouwen hadden duidelijk heel wat tijd geinvesteerd in hun uiterlijk: haar perfect in de krullers, nagels keurig gelakt, strak in de make-up, en in een lange avondjurk. Op zijn Amerikaans, dus met dunne bandjes of strapless. Want de schouders moeten bloot. De mannen waren in tuxedo of net pak. Gerard zag er ook mooi uit in zijn trouwpak, waar hij heel wat positief commentaar op kreeg. Andere mensen hadden zich wat minder uitgesloofd. Er waren nog genoeg vrouwen in broek-met-trui en mannen in spijkerbroek.
Na een half uurtje ging de deur van de zaal open. Er stonden een stuk of 30 grote tafels in, met plaats voor 10 personen per tafel. Er hingen ballonnen tegen het plafond, en er stond een grote kerstboom. Heel feestelijk allemaal. De tafels vulden zich snel, en we konden nog net een plekje achterin vinden, samen met Matthijs, collega van Gerard, en zijn vrouw Annette, mijn toneellerares, en wat andere collega's die ik vaag kende. Matthijs en Annette, oftewel Tol&Thijs, staan hier op de foto.
Het buffet was lekker, en er waren wat verlotingen van geldprijzen (50 dollar, 100 dollar). De CEO van het bedrijf hield een toespraakje. Heel erg Amerikaans weer: "Are you with me?" "Yes!" "Are you with me?" "YES!" "ARE YOU WITH ME?????" "YEEEEEEESSSSSS!" Ik kreeg er zelf bijna een brok in mijn keel van.
Daarna ging de muziek aan, en een DJ begon wat onverstaanbare dingen te zeggen. Het volume stond zo hard dat er niets beters te doen was dan maar te gaan dansen. Helaas was de muziek nogal belegen: Kool & the Gang, BeeGees, en Earth Wind & Fire. Best aardig, maar na 10 van die platen wil ik wel eens wat moderners horen. Maar dat kwam pas op het allerlaatst. Toen waren we inmiddels naar de gang gevlucht, waar we elkaar tenminste konden verstaan. Daar hebben we gezellig gepraat, en ik heb wel 100 mensen een hand gegeven. Er waren nog wat verlotingen, maar zoals gewoonlijk wonnen we niets. We wonnen zelfs niet de plant die op het midden van de tafel stond....!
Ze ontwerpen en maken LEDs (kleine lampjes) voor allerlei toepassingen: verkeerslichten, derde remlichten in auto's, backlighting voor monitoren en LCD-televisies. Je kent vast wel de kleine rode lampjes in je stereo, of de lichtkrant bij de bioscoop. Maar tegenwoordig kunnen LEDs in allerlei kleuren gemaakt worden! LEDs hebben een zeer lange levensduur, en verbruiken weinig energie. Ze zijn nog wel duur, maar de prijs gaat omlaag, terwijl de helderheid van de lampjes omhooggaat. En ze zijn natuurlijk ideaal voor stoplichten: een gemeente hoeft zich geen zorgen te maken dat het rode stoplicht kapotgaat, en een autobezitter hoeft niet elk jaar zijn remlampjes te vervangen. Volgens Gerard zitten de LEDjes straks overal in.
Lumileds was een joint venture, half van Philips in Nederland, en half van Agilent hier in de VS. Maar sinds kort is het bedrijf weer helemaal van Philips, die de aandelen van Agilent heeft overgekocht.
Elk jaar voor de feestdagen organiseert Lumileds een groot personeelsfeest. Maar tot nu toe waren we nog nooit op het feest geweest, omdat het elk jaar precies tegelijkertijd met een conferentie in Japan viel, waar Gerard altijd naar toeging. Jammer, want we hoorden leuke verhalen van collega's van Gerard. Goede muziek, heerlijk eten, sjieke avondjurken, en verlotingen van platte televisies. Maar ja, om daar als vrouw-van nu in je eentje heen te gaan, dat leek me niet zo leuk. Dus waren we nog nooit naar de Holiday Party geweest. Dit jaar ging Gerard niet naar de conferentie, dus we konden eindelijk naar het feest toe!
We hadden ons leuk opgedoft, want dit is Amerika: naar een personeelsfeest ga je heel sjiek. Het feest was in een hotel in San José. Toen we binnenkwamen was de feestzaal nog dicht, maar er stond al een heerlijk buffet met lekkere hapjes klaar. We konden op ons gemak eens rondkijken naar alle opgedofte mensen. Sommige vrouwen hadden duidelijk heel wat tijd geinvesteerd in hun uiterlijk: haar perfect in de krullers, nagels keurig gelakt, strak in de make-up, en in een lange avondjurk. Op zijn Amerikaans, dus met dunne bandjes of strapless. Want de schouders moeten bloot. De mannen waren in tuxedo of net pak. Gerard zag er ook mooi uit in zijn trouwpak, waar hij heel wat positief commentaar op kreeg. Andere mensen hadden zich wat minder uitgesloofd. Er waren nog genoeg vrouwen in broek-met-trui en mannen in spijkerbroek.
Na een half uurtje ging de deur van de zaal open. Er stonden een stuk of 30 grote tafels in, met plaats voor 10 personen per tafel. Er hingen ballonnen tegen het plafond, en er stond een grote kerstboom. Heel feestelijk allemaal. De tafels vulden zich snel, en we konden nog net een plekje achterin vinden, samen met Matthijs, collega van Gerard, en zijn vrouw Annette, mijn toneellerares, en wat andere collega's die ik vaag kende. Matthijs en Annette, oftewel Tol&Thijs, staan hier op de foto.
Het buffet was lekker, en er waren wat verlotingen van geldprijzen (50 dollar, 100 dollar). De CEO van het bedrijf hield een toespraakje. Heel erg Amerikaans weer: "Are you with me?" "Yes!" "Are you with me?" "YES!" "ARE YOU WITH ME?????" "YEEEEEEESSSSSS!" Ik kreeg er zelf bijna een brok in mijn keel van.
Daarna ging de muziek aan, en een DJ begon wat onverstaanbare dingen te zeggen. Het volume stond zo hard dat er niets beters te doen was dan maar te gaan dansen. Helaas was de muziek nogal belegen: Kool & the Gang, BeeGees, en Earth Wind & Fire. Best aardig, maar na 10 van die platen wil ik wel eens wat moderners horen. Maar dat kwam pas op het allerlaatst. Toen waren we inmiddels naar de gang gevlucht, waar we elkaar tenminste konden verstaan. Daar hebben we gezellig gepraat, en ik heb wel 100 mensen een hand gegeven. Er waren nog wat verlotingen, maar zoals gewoonlijk wonnen we niets. We wonnen zelfs niet de plant die op het midden van de tafel stond....!
Thursday, December 08, 2005
Thesis Defense
In de afgelopen week ben ik naar twee Thesis Defenses geweest. Een thesis defense is een wetenschappelijke promotie, het behalen van de doctors-bul, oftewel je PhD, zoals het hier in de VS heet. Degenen die destijds bij mijn promotie zijn geweest, weten dat dit een zeer officiele en bijzondere gebeurtenis is. De professoren dragen mooie zwarte toga's en petten, het is meestal in een oude historische zaal, en er is een feestelijke receptie.
Ik was in de afgelopen jaren nog nooit naar een PhD defense hier op Stanford geweest. Er hingen af en toe wel posters met aankondigingen maar die waren van mensen die ik niet of nauwelijks kende, en de promovenda's in ons lab waren nog niet klaar met hun AIO-schap.
Maar vorige week was er dan een defense van een AIO die volgende maand in ons lab komt werken. Ik ging met hooggespannen verwachtingen naar de promotie toe. Het weer was bar slecht, het kwam echt met bakken uit de hemel. Als het regent, dan regent het hier hard! Parkeren lukte ook al niet goed, dus ik moest een heel eind lopen naar de zaal. Mijn stemming was dus al niet erg zonnig, maar het werd nog erger.
De thesis defense bleek gewoon een voordracht te zijn. De promovenda hield een verhaal van een uur over wat ze gedaan had, en daarna ging ze met de commissie-leden naar een apart zaaltje voor de eigenlijke verdediging. Dat gedeelte was niet openbaar. Haar promotor, gekleed in zijn dagelijkse kloffie (spijkerbroek en t-shirt), riep nog iets over een receptie in zijn lab een uur later, maar omdat ik niet goed wist waar dat was, ging ik maar weer terug naar het VA hospital. Nou, dat was het dan. Geen feestelijke toga's maar spijkerbroeken, geen proefschrift maar een uitdraai van 100 kantjes papier, geen officiele receptie maar een borrel aan de labtafel.
Vandaag hadden we weer een thesis defense, ditmaal van Kate, een promovenda die half in ons lab, en half in een ander lab heeft gewerkt. Zij heeft aan smallpox (pokken) gewerkt. De pokken is een nare virus-ziekte die gelukkig niet meer voorkomt. Mensen ouder dan ca. 40 jaar zijn nog gevaccineerd (het is dat lelijke lidteken op je bovenarm), maar jongeren hebben het vaccin al geen eens meer gekregen, omdat de ziekte officieel uitgeroeid is. Er zijn nog maar twee plaatsen op de wereld waar er nog een beetje van het virus bewaard wordt. Maar hier in de VS is men heel bang dat er een bioterroristische aanslag mee gepleegd gaat worden.
Kate en haar begeleiders moesten natuurlijk heel veel formulieren invullen voordat ze met aan smallpox mochten werken, en de FBI heeft haar gescreend, en ze moest allerlei vaccinaties hebben. Dat soort onderzoek mag je natuurlijk niet gewoon op je labtafel doen, want dat zou veel te gevaarlijk zijn. Kate moest daarvoor naar allerlei streng beveiligde laboratoria elders in het land vliegen, waar ze de proefjes in een soort ruimtepak moest uitvoeren. Kate heeft daar apen geinfecteerd met de pokken en met andere virussen, en ze heeft gekeken hoe de apen reageerden op de infecties. Helaas overleven de apen de infectie niet. Ik vind dat best een moeilijke kwestie, proefdieronderzoek, maar wetenschappers leren altijd heel veel van dit soort proeven. En ik kan je verzekeren dat over elk proefdier heel lang nagedacht wordt.
Kate's onderzoek heeft natuurlijk veel aandacht gekregen, want er zijn niet veel andere mensen die aan smallpox werken. Vorig jaar verscheen er al een artikel in de media, naar aanleiding van haar eerste wetenschappelijke publicatie over dit onderzoek.
Vandaag was het dan de dag van haar defense. Kate hield een heel goed praatje, maar er was weer niets feestelijks aan. Haar begeleiders kwamen opdraven in hun t-shirt, 1 van de commisieleden kwam een kwartier te laat, de microfoon gilde, en het zaaltje was in de kelder en veel te klein voor alle belangstellenden. Jammer toch, want een promotie is toch de kroon op je wetenschappelijke opleiding.
Ik was in de afgelopen jaren nog nooit naar een PhD defense hier op Stanford geweest. Er hingen af en toe wel posters met aankondigingen maar die waren van mensen die ik niet of nauwelijks kende, en de promovenda's in ons lab waren nog niet klaar met hun AIO-schap.
Maar vorige week was er dan een defense van een AIO die volgende maand in ons lab komt werken. Ik ging met hooggespannen verwachtingen naar de promotie toe. Het weer was bar slecht, het kwam echt met bakken uit de hemel. Als het regent, dan regent het hier hard! Parkeren lukte ook al niet goed, dus ik moest een heel eind lopen naar de zaal. Mijn stemming was dus al niet erg zonnig, maar het werd nog erger.
De thesis defense bleek gewoon een voordracht te zijn. De promovenda hield een verhaal van een uur over wat ze gedaan had, en daarna ging ze met de commissie-leden naar een apart zaaltje voor de eigenlijke verdediging. Dat gedeelte was niet openbaar. Haar promotor, gekleed in zijn dagelijkse kloffie (spijkerbroek en t-shirt), riep nog iets over een receptie in zijn lab een uur later, maar omdat ik niet goed wist waar dat was, ging ik maar weer terug naar het VA hospital. Nou, dat was het dan. Geen feestelijke toga's maar spijkerbroeken, geen proefschrift maar een uitdraai van 100 kantjes papier, geen officiele receptie maar een borrel aan de labtafel.
Vandaag hadden we weer een thesis defense, ditmaal van Kate, een promovenda die half in ons lab, en half in een ander lab heeft gewerkt. Zij heeft aan smallpox (pokken) gewerkt. De pokken is een nare virus-ziekte die gelukkig niet meer voorkomt. Mensen ouder dan ca. 40 jaar zijn nog gevaccineerd (het is dat lelijke lidteken op je bovenarm), maar jongeren hebben het vaccin al geen eens meer gekregen, omdat de ziekte officieel uitgeroeid is. Er zijn nog maar twee plaatsen op de wereld waar er nog een beetje van het virus bewaard wordt. Maar hier in de VS is men heel bang dat er een bioterroristische aanslag mee gepleegd gaat worden.
Kate en haar begeleiders moesten natuurlijk heel veel formulieren invullen voordat ze met aan smallpox mochten werken, en de FBI heeft haar gescreend, en ze moest allerlei vaccinaties hebben. Dat soort onderzoek mag je natuurlijk niet gewoon op je labtafel doen, want dat zou veel te gevaarlijk zijn. Kate moest daarvoor naar allerlei streng beveiligde laboratoria elders in het land vliegen, waar ze de proefjes in een soort ruimtepak moest uitvoeren. Kate heeft daar apen geinfecteerd met de pokken en met andere virussen, en ze heeft gekeken hoe de apen reageerden op de infecties. Helaas overleven de apen de infectie niet. Ik vind dat best een moeilijke kwestie, proefdieronderzoek, maar wetenschappers leren altijd heel veel van dit soort proeven. En ik kan je verzekeren dat over elk proefdier heel lang nagedacht wordt.
Kate's onderzoek heeft natuurlijk veel aandacht gekregen, want er zijn niet veel andere mensen die aan smallpox werken. Vorig jaar verscheen er al een artikel in de media, naar aanleiding van haar eerste wetenschappelijke publicatie over dit onderzoek.
Vandaag was het dan de dag van haar defense. Kate hield een heel goed praatje, maar er was weer niets feestelijks aan. Haar begeleiders kwamen opdraven in hun t-shirt, 1 van de commisieleden kwam een kwartier te laat, de microfoon gilde, en het zaaltje was in de kelder en veel te klein voor alle belangstellenden. Jammer toch, want een promotie is toch de kroon op je wetenschappelijke opleiding.
Sinterklaas 2005
Ja hoor, Sinterklaas kwam ook dit jaar weer langs in de San Francisco Bay Area. Na alle belevenissen met het zoeken naar een Pietenhuis, en het onderbrengen van de Pieten in scholen en bij mensen thuis, had hij toch ook nog even tijd om naar Sunnyvale te komen. Hij sprak dit jaar met een Belgische tongval, en had vier Pieten bij zich. Deze Pieten hadden allemaal toneelles genomen bij juf Annette, dus het werd een leuke middag. Maar liefst 60 Nederlandse kindjes hadden zich afgelopen zaterdagmiddag in Sunnyvale verzameld. Sinterklaas was een beetje te laat, want zijn paard Americo was ziek. Dus was hij met de vier Pieten en alle cadeautjes maar met de auto gekomen. De auto kreeg een lekke band, dus toen zijn ze maar verder met de taxi gegaan. Gelukkig vonden de kinderen het niet zo erg dat hij een beetje te laat was. Als de cadeautjes er maar waren. Maar..... een domme Piet had die in de auto laten staan. En die stond nog langs de snelweg. Snel werd Exprespost Piet gebeld die de cadeautjes moest gaan ophalen. En zo kwam het allemaal nog goed.
Sinterklaas had natuurlijk zijn rode boek bij zich, en hij wist precies wat alle kinderen het afgelopen jaar hadden gedaan. Ja, Sint weet alles! Sommige kinderen hielden niet zoveel van groentes, en Sint vond dat ze komend jaar toch iets meer groentes moesten eten. De Pieten knikten heel hard, want die hielden allemaal heeeeel veeeel van groente natuurlijk. Andere kinderen moesten iets minder ruzie maken, want dat mochten de Pieten ook niet doen. Maar voor de rest waren de kinderen allemaal heel lief geweest, en er was voor iedereen een cadeautje!
Wel jammer dat sommige Pieten niet alle liedjes uit hun hoofd konden meezingen. Volgend jaar beter?
Sinterklaas had natuurlijk zijn rode boek bij zich, en hij wist precies wat alle kinderen het afgelopen jaar hadden gedaan. Ja, Sint weet alles! Sommige kinderen hielden niet zoveel van groentes, en Sint vond dat ze komend jaar toch iets meer groentes moesten eten. De Pieten knikten heel hard, want die hielden allemaal heeeeel veeeel van groente natuurlijk. Andere kinderen moesten iets minder ruzie maken, want dat mochten de Pieten ook niet doen. Maar voor de rest waren de kinderen allemaal heel lief geweest, en er was voor iedereen een cadeautje!
Wel jammer dat sommige Pieten niet alle liedjes uit hun hoofd konden meezingen. Volgend jaar beter?
Thanksgiving 2005
Alweer twee weken geleden was het Thanksgiving. We hadden Arjan en Renu en dochter Karina uitgenodigd, en onze Roemeense vrienden Horea en Ramona met hun zoontje Alexander. Ik vind het leuk om te koken voor gasten, maar dan moet ik er wel de tijd voor hebben. Gelukkig hadden we deze dag vrij, dus ik heb letterlijk de hele dag in de keuken gestaan. En hightech ook nog, want ik had de laptop met de gerechten op de bar gezet, zodat ik met de pollepel in de hand op de computer kon spieken. Frodo hielp ook mee met koken, zoals je op de tweede foto kan zien.
Vooraf had ik Harvest soep gemaakt (een lekkere geurige groentensoep), en daarna hadden we het volgende menu:
Op de onderstaande foto zie je hoe groot Karina al aan het worden is. En haar haar begint ook weer lekker te groeien! Moeder Renu kijkt trots toe. Op de achtergrond de kasten met mijn schildpadverzameling.
Broer en zus.
Ramona, Alexander en Horea.
Vooraf had ik Harvest soep gemaakt (een lekkere geurige groentensoep), en daarna hadden we het volgende menu:
- Marinated Tofu Cutlets
- Zucchini with Chick Pea and Mushroom Stuffing
- Turkey Breast with Honey Mustard Glaze
- Cranberry-Porto Sauce
- Stuffed Mushrooms
- Spinach Heaven Pie
- Sauteed Potatoes with Rosemary
- Waldorf Salad
- Aart's Mashed Potatoes
Op de onderstaande foto zie je hoe groot Karina al aan het worden is. En haar haar begint ook weer lekker te groeien! Moeder Renu kijkt trots toe. Op de achtergrond de kasten met mijn schildpadverzameling.
Broer en zus.
Ramona, Alexander en Horea.
Sunday, December 04, 2005
Gastcollege
Maandag 21 november heb ik gastcollege gegeven op de San Jose State University. C., een ex-collega van mij, heeft daar sinds september een aanstelling als Assistant Professor. Hij geeft het vak microbiologie, en had mij gevraagd om een gastcollege te geven over cholera. Tijdens mijn promotieonderzoek heb ik aan cholera gewerkt, en hoewel ik daar nu niet meer aan werk, ben ik nog altijd in dit onderwerp geïnteresseerd.
Cholera is een leuk onderwerp om een praatje over te geven. De ziekte zelf is natuurlijk heel vreselijk, maar er zijn veel leuke oude posters te vinden uit de 19e eeuw. Toen wist niemand goed waarom cholera zoveel mensen ziek maakte. Was het een “miasma”, een kwalijke damp die opsteeg uit de rivier? Of was het een heel klein onzichtbaar beestje dat in het water leefde? Na de grote ontdekkingen van Robert Koch weten we natuurlijk dat de tweede theorie de juiste was, maar dat werd in de tijd van de grote cholera epidemieën in Londen, Parijs en andere Europese steden nog niet geloofd.
Inmiddels is er zoveel over de ziekte bekend dat ik daar gemakkelijk een uur over kon volpraten. Het was erg leuk om de presentatie voor te bereiden, en Internet bleek een goede bron voor plaatjes.
Mijn vader, die recentelijk een presentatie over Goudse Staddokters had gegeven voor de Goudse Historische Vereniging Die Goude, had me ook nog informatie toegezonden over Gouda en Cholera, dus ik had meer dan voldoende om een uur college te kunnen vullen.
Toen ik de collegezaal binnenliep, moest ik wel even slikken. Volgens een bordje bij de ingang was de seating capacity 240, en de zaal kwam bijna helemaal vol te zitten! Vlak voor het begin kwam er een meisje naar me toe om te vragen of ik de gastspreker van die dag was. Op mijn bevestigende antwoord vroeg ze of ze mij mocht “opnemen”. Ik dacht dat ze een video-opname wilde maken maar ze legde een klein apparaatje neer. Het bleek een soort modern digitaal tape-recordertje te zijn. Ik kende het niet, maar deze kleine machientjes kunnen uren geluid opnemen. Al gauw lagen er wel vier van die dingetjes op de tafel. OK, weer wat geleerd. Dat soort gadgets hadden wij nog niet toen wij studeerden (ja oma).
Gelukkig ging de presentatie goed, en ik kreeg zelfs een paar leuke vragen. Een paar studenten gaven me zelfs na afloop een hand!
Tenslotte moet ik nog even kwijt hoe jong en hip de studenten er uitzagen........ Ik word oud.....
Cholera is een leuk onderwerp om een praatje over te geven. De ziekte zelf is natuurlijk heel vreselijk, maar er zijn veel leuke oude posters te vinden uit de 19e eeuw. Toen wist niemand goed waarom cholera zoveel mensen ziek maakte. Was het een “miasma”, een kwalijke damp die opsteeg uit de rivier? Of was het een heel klein onzichtbaar beestje dat in het water leefde? Na de grote ontdekkingen van Robert Koch weten we natuurlijk dat de tweede theorie de juiste was, maar dat werd in de tijd van de grote cholera epidemieën in Londen, Parijs en andere Europese steden nog niet geloofd.
Inmiddels is er zoveel over de ziekte bekend dat ik daar gemakkelijk een uur over kon volpraten. Het was erg leuk om de presentatie voor te bereiden, en Internet bleek een goede bron voor plaatjes.
Mijn vader, die recentelijk een presentatie over Goudse Staddokters had gegeven voor de Goudse Historische Vereniging Die Goude, had me ook nog informatie toegezonden over Gouda en Cholera, dus ik had meer dan voldoende om een uur college te kunnen vullen.
Toen ik de collegezaal binnenliep, moest ik wel even slikken. Volgens een bordje bij de ingang was de seating capacity 240, en de zaal kwam bijna helemaal vol te zitten! Vlak voor het begin kwam er een meisje naar me toe om te vragen of ik de gastspreker van die dag was. Op mijn bevestigende antwoord vroeg ze of ze mij mocht “opnemen”. Ik dacht dat ze een video-opname wilde maken maar ze legde een klein apparaatje neer. Het bleek een soort modern digitaal tape-recordertje te zijn. Ik kende het niet, maar deze kleine machientjes kunnen uren geluid opnemen. Al gauw lagen er wel vier van die dingetjes op de tafel. OK, weer wat geleerd. Dat soort gadgets hadden wij nog niet toen wij studeerden (ja oma).
Gelukkig ging de presentatie goed, en ik kreeg zelfs een paar leuke vragen. Een paar studenten gaven me zelfs na afloop een hand!
Tenslotte moet ik nog even kwijt hoe jong en hip de studenten er uitzagen........ Ik word oud.....
Over The Hill
De dag na het Depeche Mode concert waren wij uitgenodigd bij een feest van een collega van Gerard, Frank, die 50 jaar werd. Frank woont in Vacaville, en dat bleek ruim anderhalf uur rijden (en we hadden geen eens files) van ons! We waren al bijna in Sacramento, en konden ons niet voorstellen dat je dit Franks normale woon-werkverkeer was. Toch rijdt Frank bijna elke dag heen en weer naar Lumileds in San José. We verwachtten dan ook dat Frank een kast van een huis zou hebben, want dat is meestal de reden dat mensen zo ver weg wonen: de huizen zijn daar een stuk goedkoper dan hier in de Bay Area, en je kunt voor hetzelfde geld een veel groter huis kopen. Maar dat viel ook wel mee, Frank en zijn vrouw woonden in een heel gewone drieslaapkamer woning, in een saaie buurt. We konden niet helemaal begrijpen waarom hij niet dichtbij kwam wonen, want wij waren na die rit wel toe aan een kopje koffie.
Het feestje was wel aardig. Het grappigst waren nog de cadeautjes. Hier in Amerika geeft men geen Abraham of Sarah voor een 50ste verjaardag, maar "Over the Hill" cadeautjes. Dit zijn grappig bedoelde cadeautjes om de jarige eraan te helpen herinneren, dat hij/zij nu echt oud wordt. Denk dus aan een wandelstok, incontinentieluiers, of een inschrijvingsformulier voor een bejaardenhuis.
Frank kreeg rare mokken, petjes, bessensap en een T-shirt met de tekst "What does a man-over-50 wear under his pants? Boxer shorts or briefs? ...... Depends!". Mocht je dit niet begrijpen: Depends zijn incontinentie-luiers.
De Amerikanen lagen helemaal in een deuk, maar wij vonden het enigzins vreemd. Maar ja, wat zullen Amerikanen wel niet denken van een Abraham-pop-in-je-voortuin.....?
Het feestje was wel aardig. Het grappigst waren nog de cadeautjes. Hier in Amerika geeft men geen Abraham of Sarah voor een 50ste verjaardag, maar "Over the Hill" cadeautjes. Dit zijn grappig bedoelde cadeautjes om de jarige eraan te helpen herinneren, dat hij/zij nu echt oud wordt. Denk dus aan een wandelstok, incontinentieluiers, of een inschrijvingsformulier voor een bejaardenhuis.
Frank kreeg rare mokken, petjes, bessensap en een T-shirt met de tekst "What does a man-over-50 wear under his pants? Boxer shorts or briefs? ...... Depends!". Mocht je dit niet begrijpen: Depends zijn incontinentie-luiers.
De Amerikanen lagen helemaal in een deuk, maar wij vonden het enigzins vreemd. Maar ja, wat zullen Amerikanen wel niet denken van een Abraham-pop-in-je-voortuin.....?
Depeche Mode
Depeche Mode
Het is alweer een poosje geleden dat ik wat geschreven heb. Hoog tijd voor een update dus. Ik begin maar op vrijdag 18 november, de dag dat Gerard en ik naar het concert van Depeche Mode zijn geweest. DM is een band die populair was in de jaren 80, maar nog steeds actief is. Ze hebben zelfs net een nieuw album uitgebracht.
Een collega van Gerard, Stephan, had ook een kaartje voor die avond gekocht. We gingen dus met zijn drieën eerst lekker uit eten in de Tied House, een typisch Amerikaanse combinatie van een brouwerij met een eetcafé. Veel verschillende soorten bier, gerechten met veel vlees en frietjes, en een jonge, rumoerige cliëntèle. Het restaurant was op loopafstand van de HP Pavillion, de hal waar het concert zou plaatsvinden. Normaliter is dit een ijshockey stadium van de San Jose Sharks, vandaar de bijnaam “Shark Tank”. Er kunnen 20.000 mensen in als alle plaatsen open zijn. Ter referentie: dat is twee keer zoveel als in Ahoy in Rotterdam (10.500 plaatsen) maar wel weer kleiner dan de Amsterdam Arena (52.000 plaatsen). Bij concerten neemt het podium natuurlijk een deel van de stoelen weg, dus dan is het minder. Maar toch heel groot als je er eenmaal bent, hoor. Je voelt je heel klein. De stoelen overigens waren bekleed met kussens, heel comfortabel.
Zoals vaak hier in de VS, was er een openingsband, The Raveonettes. Vond ik niet zo bijzonder, een beetje lijzig, een saaie show, en heel andere muziek dan van de hoofdact. Later in het tourschema van Depeche Mode zou The Bravery spelen, wat ik zelf een veel leukere band vind. Maar ja, dan hadden we naar Utah of Texas moeten vliegen.... en dat had ik er nu weer net niet voor over.
Tijdens het openingsconcert was de zaal nog lang niet vol. Veel mensen komen hier pas een uur later (misschien omdat ze niet van de openingsband hielden), dus we hadden heel wat te kijken naar al die mensen die aan het binnenstromen waren. Veel zwarte punk/goth-kleding, maar hier en daar flink opgedofte types in galajurk, groen/gele kapsels, vreemde hoeden, en stilettohakken. We hoefden ons dus niet te vervelen.
Rond een uur of half 10 begon dan eindelijk het concert van DM, en het was geweldig! Het geluid stond perfect afgesteld. We hadden van anderen gehoord dat het geluid in de HP Pavillion heel slecht kan zijn. We zaten min of meer recht tegenover het podium, maar dat was best een grote afstand, maar alle tonen bereikten ons tegelijkertijd.
Het podium was heel futuristisch. De keyboards waren opgesteld in een soort Spaceship Enterprise Commando centrum, en er hing een grote metalen bol, waarop woorden verschenen zoals “regret” “love” en “happiness”.
De hoofdzanger van DM (Dave Gahan) bleek een goede danser en entertainer, en al snel ging zijn shirt uit, en danste hij in zijn blote bovenlijf, maar het mocht gezien worden hoor! De andere zanger (Martin Gore; de hoge stem) bleef wat meer op de achtergrond, maar trok toch de aandacht met zijn vreemde pet-met-hanenkam en zwarte vleugeltjes op zijn rug.
Hier is een online recensie van het concert. Ik hoop dat de link nog even blijft werken.
Het is alweer een poosje geleden dat ik wat geschreven heb. Hoog tijd voor een update dus. Ik begin maar op vrijdag 18 november, de dag dat Gerard en ik naar het concert van Depeche Mode zijn geweest. DM is een band die populair was in de jaren 80, maar nog steeds actief is. Ze hebben zelfs net een nieuw album uitgebracht.
Een collega van Gerard, Stephan, had ook een kaartje voor die avond gekocht. We gingen dus met zijn drieën eerst lekker uit eten in de Tied House, een typisch Amerikaanse combinatie van een brouwerij met een eetcafé. Veel verschillende soorten bier, gerechten met veel vlees en frietjes, en een jonge, rumoerige cliëntèle. Het restaurant was op loopafstand van de HP Pavillion, de hal waar het concert zou plaatsvinden. Normaliter is dit een ijshockey stadium van de San Jose Sharks, vandaar de bijnaam “Shark Tank”. Er kunnen 20.000 mensen in als alle plaatsen open zijn. Ter referentie: dat is twee keer zoveel als in Ahoy in Rotterdam (10.500 plaatsen) maar wel weer kleiner dan de Amsterdam Arena (52.000 plaatsen). Bij concerten neemt het podium natuurlijk een deel van de stoelen weg, dus dan is het minder. Maar toch heel groot als je er eenmaal bent, hoor. Je voelt je heel klein. De stoelen overigens waren bekleed met kussens, heel comfortabel.
Zoals vaak hier in de VS, was er een openingsband, The Raveonettes. Vond ik niet zo bijzonder, een beetje lijzig, een saaie show, en heel andere muziek dan van de hoofdact. Later in het tourschema van Depeche Mode zou The Bravery spelen, wat ik zelf een veel leukere band vind. Maar ja, dan hadden we naar Utah of Texas moeten vliegen.... en dat had ik er nu weer net niet voor over.
Tijdens het openingsconcert was de zaal nog lang niet vol. Veel mensen komen hier pas een uur later (misschien omdat ze niet van de openingsband hielden), dus we hadden heel wat te kijken naar al die mensen die aan het binnenstromen waren. Veel zwarte punk/goth-kleding, maar hier en daar flink opgedofte types in galajurk, groen/gele kapsels, vreemde hoeden, en stilettohakken. We hoefden ons dus niet te vervelen.
Rond een uur of half 10 begon dan eindelijk het concert van DM, en het was geweldig! Het geluid stond perfect afgesteld. We hadden van anderen gehoord dat het geluid in de HP Pavillion heel slecht kan zijn. We zaten min of meer recht tegenover het podium, maar dat was best een grote afstand, maar alle tonen bereikten ons tegelijkertijd.
Het podium was heel futuristisch. De keyboards waren opgesteld in een soort Spaceship Enterprise Commando centrum, en er hing een grote metalen bol, waarop woorden verschenen zoals “regret” “love” en “happiness”.
De hoofdzanger van DM (Dave Gahan) bleek een goede danser en entertainer, en al snel ging zijn shirt uit, en danste hij in zijn blote bovenlijf, maar het mocht gezien worden hoor! De andere zanger (Martin Gore; de hoge stem) bleef wat meer op de achtergrond, maar trok toch de aandacht met zijn vreemde pet-met-hanenkam en zwarte vleugeltjes op zijn rug.
Hier is een online recensie van het concert. Ik hoop dat de link nog even blijft werken.
Monday, October 31, 2005
Trick or Treat
31 oktober is het Halloween in de VS. Een dag vol spoken, heksen, pompoenen, en snoep. Een paar weekenden geleden ben ik begonnen om ons huis te versieren met hulp van broer Arjan. We hadden een nep-spinnenweb gekocht en dat in de carport gehangen. Een stuk of 10 spinnen erin gegooid, en het leek al heel eng. Ik durfde zelf al bijna niet meer naar binnen! Wat vellen oranje papier over de buitenlampen geplakt, en daaroverheen weer zelfgemaakte katten van zwart dik papier, en een setje spinnen-lampjes maakten het geheel compleet.
Vanavond was het dan zover. Ik was vroeg naar huis gegaan, zodat ik alles goed kon voorbereiden. De wintertijd was net ingegaan, dus het was om half 6 alweer donker. Mijn pumpkin, die ik afgelopen zaterdag had uitgesneden op het Pumpkin Carving feestje (zie laatste blog), werd buitengezet met een waxine lichtje erin. Ik had ook een CD met enge geluiden (booh geroep, krijsende katten en huilende wolven) gekocht. CD in de boombox (=ghettoblaster), volumeknop op 30 en op repeat gezet. Gerard was intussen ook thuisgekomen, en ik ging me snel verkleden als heks. Tenslotte hebben we de deur van het atrium opengezet, en een mand met snoepgoed klaargezet. Zo, laat de kinderen maar komen.
De buurkinderen waren de eerste gasten, maar al snel kwamen er steeds meer. Hele groepen, allemaal verkleed, met zaklampjes, en oranje mandjes om het snoep in te doen. De ouders staan er natuurlijk in de buurt, want ze zijn hier als de dood voor kinderlokkers......
Ik deed telkens open als heks, en riep met krijsende stem: Hello my little pumpkins! (bij de kleine kindjes deed ik het wat rustiger natuurlijk). De kinderen zeggen meestal (heel verlegen): Trick or Treat. En dan moet je ze snoep geven. Sommige kinderen graaien hele handen tegelijk, maar de meesten pakten netjes 1 of 2 snoepjes.
Er kwamen wel een stuk of 40 kinderen in totaal. Hele kleintjes, verkleed als beertje of hondje, en opgeschoten jongens van 18 jaar verkleed als rasta-man (aan de wiedlucht later op de avond te ruiken namen die hun rol wel heel serieus....).
Inmiddels is het alweer 10 uur, en hebben we de boel maar weer ingepakt. Er komt vast niemand meer. Mmmm, we hebben nog heel veel snoep over. Iemand een lollie?
Hieronder nog wat foto’s van ons huis, en een hele enge heks. Happy Halloween vanuit Sunnyvale!
Vanavond was het dan zover. Ik was vroeg naar huis gegaan, zodat ik alles goed kon voorbereiden. De wintertijd was net ingegaan, dus het was om half 6 alweer donker. Mijn pumpkin, die ik afgelopen zaterdag had uitgesneden op het Pumpkin Carving feestje (zie laatste blog), werd buitengezet met een waxine lichtje erin. Ik had ook een CD met enge geluiden (booh geroep, krijsende katten en huilende wolven) gekocht. CD in de boombox (=ghettoblaster), volumeknop op 30 en op repeat gezet. Gerard was intussen ook thuisgekomen, en ik ging me snel verkleden als heks. Tenslotte hebben we de deur van het atrium opengezet, en een mand met snoepgoed klaargezet. Zo, laat de kinderen maar komen.
De buurkinderen waren de eerste gasten, maar al snel kwamen er steeds meer. Hele groepen, allemaal verkleed, met zaklampjes, en oranje mandjes om het snoep in te doen. De ouders staan er natuurlijk in de buurt, want ze zijn hier als de dood voor kinderlokkers......
Ik deed telkens open als heks, en riep met krijsende stem: Hello my little pumpkins! (bij de kleine kindjes deed ik het wat rustiger natuurlijk). De kinderen zeggen meestal (heel verlegen): Trick or Treat. En dan moet je ze snoep geven. Sommige kinderen graaien hele handen tegelijk, maar de meesten pakten netjes 1 of 2 snoepjes.
Er kwamen wel een stuk of 40 kinderen in totaal. Hele kleintjes, verkleed als beertje of hondje, en opgeschoten jongens van 18 jaar verkleed als rasta-man (aan de wiedlucht later op de avond te ruiken namen die hun rol wel heel serieus....).
Inmiddels is het alweer 10 uur, en hebben we de boel maar weer ingepakt. Er komt vast niemand meer. Mmmm, we hebben nog heel veel snoep over. Iemand een lollie?
Hieronder nog wat foto’s van ons huis, en een hele enge heks. Happy Halloween vanuit Sunnyvale!
Pumpkin Carving
De zaterdag voor Halloween waren we uitgenodigd voor een pumpkin-carving feestje bij een Nederlands gezin dat heel dichtbij woonde: Sylvia en Michael. Zij woonden ook in een Eichler-huis en hadden het hele atrium volgehangen met spoken en geesten. Iedereen had een pompoen meegenomen, snijmesjes en voorbeeldboeken, en een gerecht voor de potluck.
Het snijden van een pompoen is iets dat je niet zomaar even doet. Amerikanen zijn er heel bedreven in, maar wij import-luitjes moeten het nog leren. Hier is een spoedcursus pompoen snijden:
1. Kies een mooie grote pompoen uit bij de supermarkt of de “Pumpkin patch” op de hoek van de straat. Hoe eerder je erbij bent, des te groter de kans op een mooie regelmatige pompoen. Wie wacht tot de laatste dag (zoals ondergetekende) gaat naar huis met een scheefgezakt of buitensporig zwaar model. Lesson learnt: til de pompoen nooit aan zijn steeltje op. Kosten pompoen: 5 – 15 dollar.
2. Het snijden van de pompoen moet vlak voor Halloween plaatsvinden. De gesneden pompoen heeft een zeer beperkte houdbaarheid (tenzij je natuurlijk houdt van beschimmelde of uitgezakte vruchten).
3. Snij de pompoen bij voorkeur niet op oma’s antieke tafel, gekleed in mooie jurk, of in de buurt van hoogpolig tapijt. Oude kleding, zeiltjes en grote vuilnisbakken zijn van harte aanbevolen.
4. Het veiligst is het gebruik van pumpkin carving sets, kleine onschuldige zaagjes. Ze doen het nauwelijks, maar je wilt wel naar huis met alle ogen en vingers er nog aan. Kosten flut carving set: 3 dollar. Kosten goede carving set: 10 dollar. Kosten broodmes: gratis, maar reken op 4 uur wachttijd bij de EHBO.
5. Goed, je bent er klaar voor. Snij de bovenkant van de pompoen eraf. De truuk is om het deksel niet te klein te maken. Je moet er namelijk straks met je hand gemakkelijk in kunnen. Beginners kiezen voor het rechte deksel, gevorderden kiezen een stervormige insnede.
6. Haal diep adem, ga met de hand naar binnen, en schep de zaden en draden uit de pompoen met een schepje of lepel. Jakkiebakkie, vieze troep! Gooi dit onmiddellijk in de vullisbak.
7. Daarna moet je de pompoen verder uithollen. Zwaar werk, maar hoe dunner de pompoen is, hoe doorschijnender hij straks wordt. Je kunt ook alleen de kant uitdunnen waar je later het figuurtje uit gaat snijden. Het vruchtvlees kun je gebruiken voor pompoensoep.
8. Kies nu de figuur die je uit wilt gaan snijden. Je kunt iets op de pompoen tekenen, of gebruik maken van een mal (bijgeleverd in de pumpkin carving set), die je natekent of op de pompoen tekent met behulp van een radertje. Beginners model: twee driehoekige ogen en een scheve mond (5 min). Voor gevorderden: huilende wolf, gemene kat, of heks met kookpot (2 uur).
9. Tijd voor de besnijdenis: Snij de figuur van keuze uit met behulp van de mesjes in de carving set. Je hebt vier goedkope of één duurder mesje nodig. Let goed op dat je binnen de lijntjes blijft, want anders kan je heks ineens loslaten van de achtergrond, en blijft er slechts een rond gat over. Sateprikkertjes kunnen handig zijn voor het maken van kleine reparaties. Hol het vruchtvlees verder uit, zodat de openingen groot en duidelijk worden.
10. Plaats een waxine lichtje in de pompoen en doe het deksel er weer op. Happy Halloween!
Onderstaande foto's laten het beginnersmodel zien en een wat meer geavanceerd model (gemaakt door ondergetekende).
Het snijden van een pompoen is iets dat je niet zomaar even doet. Amerikanen zijn er heel bedreven in, maar wij import-luitjes moeten het nog leren. Hier is een spoedcursus pompoen snijden:
1. Kies een mooie grote pompoen uit bij de supermarkt of de “Pumpkin patch” op de hoek van de straat. Hoe eerder je erbij bent, des te groter de kans op een mooie regelmatige pompoen. Wie wacht tot de laatste dag (zoals ondergetekende) gaat naar huis met een scheefgezakt of buitensporig zwaar model. Lesson learnt: til de pompoen nooit aan zijn steeltje op. Kosten pompoen: 5 – 15 dollar.
2. Het snijden van de pompoen moet vlak voor Halloween plaatsvinden. De gesneden pompoen heeft een zeer beperkte houdbaarheid (tenzij je natuurlijk houdt van beschimmelde of uitgezakte vruchten).
3. Snij de pompoen bij voorkeur niet op oma’s antieke tafel, gekleed in mooie jurk, of in de buurt van hoogpolig tapijt. Oude kleding, zeiltjes en grote vuilnisbakken zijn van harte aanbevolen.
4. Het veiligst is het gebruik van pumpkin carving sets, kleine onschuldige zaagjes. Ze doen het nauwelijks, maar je wilt wel naar huis met alle ogen en vingers er nog aan. Kosten flut carving set: 3 dollar. Kosten goede carving set: 10 dollar. Kosten broodmes: gratis, maar reken op 4 uur wachttijd bij de EHBO.
5. Goed, je bent er klaar voor. Snij de bovenkant van de pompoen eraf. De truuk is om het deksel niet te klein te maken. Je moet er namelijk straks met je hand gemakkelijk in kunnen. Beginners kiezen voor het rechte deksel, gevorderden kiezen een stervormige insnede.
6. Haal diep adem, ga met de hand naar binnen, en schep de zaden en draden uit de pompoen met een schepje of lepel. Jakkiebakkie, vieze troep! Gooi dit onmiddellijk in de vullisbak.
7. Daarna moet je de pompoen verder uithollen. Zwaar werk, maar hoe dunner de pompoen is, hoe doorschijnender hij straks wordt. Je kunt ook alleen de kant uitdunnen waar je later het figuurtje uit gaat snijden. Het vruchtvlees kun je gebruiken voor pompoensoep.
8. Kies nu de figuur die je uit wilt gaan snijden. Je kunt iets op de pompoen tekenen, of gebruik maken van een mal (bijgeleverd in de pumpkin carving set), die je natekent of op de pompoen tekent met behulp van een radertje. Beginners model: twee driehoekige ogen en een scheve mond (5 min). Voor gevorderden: huilende wolf, gemene kat, of heks met kookpot (2 uur).
9. Tijd voor de besnijdenis: Snij de figuur van keuze uit met behulp van de mesjes in de carving set. Je hebt vier goedkope of één duurder mesje nodig. Let goed op dat je binnen de lijntjes blijft, want anders kan je heks ineens loslaten van de achtergrond, en blijft er slechts een rond gat over. Sateprikkertjes kunnen handig zijn voor het maken van kleine reparaties. Hol het vruchtvlees verder uit, zodat de openingen groot en duidelijk worden.
10. Plaats een waxine lichtje in de pompoen en doe het deksel er weer op. Happy Halloween!
Onderstaande foto's laten het beginnersmodel zien en een wat meer geavanceerd model (gemaakt door ondergetekende).
Thursday, September 22, 2005
Bloc Party @ the Warfield
Gisteravond ben ik onverwacht naar een popconcert in San Francisco gegaan. Mijn collega L. is arts, en hij werkt regelmatig als vrijwilliger voor RockMedicine. RockMedicine is een organisatie die bij grote en kleine concerten hier in de buurt zorgt voor de EHBO ondersteuning. Af en toe mag mijn collega een gast meenemen, en gisteren vroeg hij of ik zin had om mee te gaan. Hij had kaartjes voor een concert van drie bands in The Warfield, in hartje San Francisco. The Warfield is een mooie oude theaterzaal uit 1922, die nu voornamelijk in gebruik is voor pop-concerten. Gerard en ik zijn hier begin dit jaar nog geweest voor een concert van de Duitse electronica-band Kraftwerk.
Het concert van gisteravond was weer een hele belevenis. Omdat ik gast was van ”de dokter” mocht ik met hem mee naar backstage. Gaaf hoor. Ik kreeg een sticker voor op mijn broek (sic) met daarop het wachtwoord van die avond (Street Fiesta) en daarmee mocht ik overal heen. Eerst gingen we naar de grote backstage lounge, die niet backstage was maar in de kelder. Allerlei vage types hingen hier een beetje verveeld rond. Hier konden we een hapje eten, en het was verrassend goed: zwaardvis met pikante tomatensaus, gebakken aardappeltjes met rozemarijn, en twee kleuren sperciebonen (groen en geel; die gele bonen had ik nog nooit gezien). Er stond ook een grote bak met flesjes water en blikjes fris, en er was zelf chocolade-cake na. Mmmm. En allemaal voor niets.
De Rock Medicine lounge was ook in de kelder, en bestond uit drie comfy banken, met veel kussens, en een televisie op oorlogssterkte. Vanavond deden nog drie of vier anderen dienst voor de organisatie, twee nurses (verplegers) en een EMT nurse (ambulance verpleger). We hingen hier wat rond voordat de bands zouden beginnen.
Al snel kwam de eerste “patient”, een meisje van een jaar of 20. Ze vroeg wie de dokter was, en we wezen allemaal naar L. Ze draaide zich met haar rug naar hem toe, tilde haar truitje op, en riep of-ie even naar haar rash wilde kijken. Ze had gisteren in de zon gelegen en nu had ze zo’n rare uitslag. Ik rolde bijna van de bank van verbazing. Hier in de VS is men zo preuts, maar deze dame vond het heel normaal dat iedereen dit kon zien. L. gaapte dat het gewoon een beetje verbrand was en dat het vanzelf overging. De dame droop teleurgesteld af.
Rond een uur of 8 begon de eerste band te spelen, en we gingen naar de zaal om te kijken. De oordoppen gingen in, want het was een oorverdovende herrie! De openingsband waren The Noisettes, uit Engeland. De muziek was niet mijn stijl, maar er was wel veel te kijken. Allereerst de drummer. Hij had een geweldig kapsel: enorm veel kroeshaar dat alle kanten opstond, een baard, maar nauwelijks snor. Hij leek een jaar of 40 vanaf een afstandje, maar toen ik hem later van dichtbij zag, was hij veel jonger. Hij drumde als een bezetene! De zangeres had een vreemd gewaad aan, een soort hip broekpak, en ze danste woest heen en weer over het podium, klom op de speakers, en schreeuwde in de microfoon. Dat was jammer want ze had best een mooie hoge stem. ’t Klonk een beetje als Bjork als ze haar best deed, maar dat deed ze niet. Het was meer schreeuwen dan zingen. Op studio opnames klinkt het allemaal een stuk beter dan in het echt. Maar ik vond het wel grappig om naar te kijken.
De tweede band was The Kills, ook al zo’n partij herrie. Ook hier een zangeres. Ook zij had een aparte manier van bewegen, heel schokkerig, en ze viel af en toe opeens op de grond, maar dat bleek zo te horen. Haar gezicht heb ik niet kunnen zien, want haar haar hing er telkens voor. Hun muziek was erg somber en donker, en ook hier vond ik het geen goed life-optreden. Maar smaken verschillen natuurlijk.
Bloc Party was de hoofdact, een Engelse band die hier in de VS nogal populair aan het worden is. Ik had van te voren al wat muziek gedownload om een beetje op de hoogte te zijn. De muziek is even wennen maar lang niet slecht. De zanger komt oorspronkelijk uit Nigeria, maar woont nu in Londen. Hij had echt lol in zijn optreden, en lachte veel. Ook hij klom bovenop de speakers, tot ongenoegen van de mensen van de organisatie, maar daar trok hij zich niets van aan. De drummer was geweldig. Niet helemaal mijn stijl (punk) maar je kon goed zien hoe strak hij drumde. Het publiek vond het geweldig, en er werd zelfs gecrowd-surfd. Helaas eindigde dat met een meisje dat met haar handen voor haar gezicht het podium werd opgehesen: ze was kennelijk door de crowdsurfer geschopt. De zanger stopte met zingen, hield een klein preekje over hoe slecht het was dat onschuldige meisjes de dupe worden van crowdsurfen, en dat we hier toch allemaal komen om het leuk te hebben. Het meisje was snel afgevoerd naar achteren, en ik dacht: werk aan de winkel voor de Rock Doctor!
Maar toen ik na afloop van het concert weer naar de Rock Medicine banken ging, wist mijn collega (die inmiddels naar beneden was gegaan) van niets. Hij had helemaal geen blond meisje gezien, alleen een dronken vent die ergens laveloos op de grond lag. Terwijl ik vertelde wat er gebeurd was, kwam het meisje binnen, lachend en duidelijk niet erg gewond. Haar vrienden hadden er op aangedrongen dat ze zich even liet bekijken door de arts, maar er was niets ernstigs aan de hand, misschien morgen een blauwe plek, maar verder niets. Gelukkig maar.
Het concert van gisteravond was weer een hele belevenis. Omdat ik gast was van ”de dokter” mocht ik met hem mee naar backstage. Gaaf hoor. Ik kreeg een sticker voor op mijn broek (sic) met daarop het wachtwoord van die avond (Street Fiesta) en daarmee mocht ik overal heen. Eerst gingen we naar de grote backstage lounge, die niet backstage was maar in de kelder. Allerlei vage types hingen hier een beetje verveeld rond. Hier konden we een hapje eten, en het was verrassend goed: zwaardvis met pikante tomatensaus, gebakken aardappeltjes met rozemarijn, en twee kleuren sperciebonen (groen en geel; die gele bonen had ik nog nooit gezien). Er stond ook een grote bak met flesjes water en blikjes fris, en er was zelf chocolade-cake na. Mmmm. En allemaal voor niets.
De Rock Medicine lounge was ook in de kelder, en bestond uit drie comfy banken, met veel kussens, en een televisie op oorlogssterkte. Vanavond deden nog drie of vier anderen dienst voor de organisatie, twee nurses (verplegers) en een EMT nurse (ambulance verpleger). We hingen hier wat rond voordat de bands zouden beginnen.
Al snel kwam de eerste “patient”, een meisje van een jaar of 20. Ze vroeg wie de dokter was, en we wezen allemaal naar L. Ze draaide zich met haar rug naar hem toe, tilde haar truitje op, en riep of-ie even naar haar rash wilde kijken. Ze had gisteren in de zon gelegen en nu had ze zo’n rare uitslag. Ik rolde bijna van de bank van verbazing. Hier in de VS is men zo preuts, maar deze dame vond het heel normaal dat iedereen dit kon zien. L. gaapte dat het gewoon een beetje verbrand was en dat het vanzelf overging. De dame droop teleurgesteld af.
Rond een uur of 8 begon de eerste band te spelen, en we gingen naar de zaal om te kijken. De oordoppen gingen in, want het was een oorverdovende herrie! De openingsband waren The Noisettes, uit Engeland. De muziek was niet mijn stijl, maar er was wel veel te kijken. Allereerst de drummer. Hij had een geweldig kapsel: enorm veel kroeshaar dat alle kanten opstond, een baard, maar nauwelijks snor. Hij leek een jaar of 40 vanaf een afstandje, maar toen ik hem later van dichtbij zag, was hij veel jonger. Hij drumde als een bezetene! De zangeres had een vreemd gewaad aan, een soort hip broekpak, en ze danste woest heen en weer over het podium, klom op de speakers, en schreeuwde in de microfoon. Dat was jammer want ze had best een mooie hoge stem. ’t Klonk een beetje als Bjork als ze haar best deed, maar dat deed ze niet. Het was meer schreeuwen dan zingen. Op studio opnames klinkt het allemaal een stuk beter dan in het echt. Maar ik vond het wel grappig om naar te kijken.
De tweede band was The Kills, ook al zo’n partij herrie. Ook hier een zangeres. Ook zij had een aparte manier van bewegen, heel schokkerig, en ze viel af en toe opeens op de grond, maar dat bleek zo te horen. Haar gezicht heb ik niet kunnen zien, want haar haar hing er telkens voor. Hun muziek was erg somber en donker, en ook hier vond ik het geen goed life-optreden. Maar smaken verschillen natuurlijk.
Bloc Party was de hoofdact, een Engelse band die hier in de VS nogal populair aan het worden is. Ik had van te voren al wat muziek gedownload om een beetje op de hoogte te zijn. De muziek is even wennen maar lang niet slecht. De zanger komt oorspronkelijk uit Nigeria, maar woont nu in Londen. Hij had echt lol in zijn optreden, en lachte veel. Ook hij klom bovenop de speakers, tot ongenoegen van de mensen van de organisatie, maar daar trok hij zich niets van aan. De drummer was geweldig. Niet helemaal mijn stijl (punk) maar je kon goed zien hoe strak hij drumde. Het publiek vond het geweldig, en er werd zelfs gecrowd-surfd. Helaas eindigde dat met een meisje dat met haar handen voor haar gezicht het podium werd opgehesen: ze was kennelijk door de crowdsurfer geschopt. De zanger stopte met zingen, hield een klein preekje over hoe slecht het was dat onschuldige meisjes de dupe worden van crowdsurfen, en dat we hier toch allemaal komen om het leuk te hebben. Het meisje was snel afgevoerd naar achteren, en ik dacht: werk aan de winkel voor de Rock Doctor!
Maar toen ik na afloop van het concert weer naar de Rock Medicine banken ging, wist mijn collega (die inmiddels naar beneden was gegaan) van niets. Hij had helemaal geen blond meisje gezien, alleen een dronken vent die ergens laveloos op de grond lag. Terwijl ik vertelde wat er gebeurd was, kwam het meisje binnen, lachend en duidelijk niet erg gewond. Haar vrienden hadden er op aangedrongen dat ze zich even liet bekijken door de arts, maar er was niets ernstigs aan de hand, misschien morgen een blauwe plek, maar verder niets. Gelukkig maar.
Tuesday, September 13, 2005
Bezoek
Donderdag stonden Gerard en ik weer eens op SFO, want er kwam bezoek uit Nederland: Gerard’s neef Jeroen en vriendin Carla. We kijken er altijd naar uit om bezoek te krijgen. Niet alleen om hen te laten zien hoe mooi, zonnig en leuk het hier in California is, maar ook natuurlijk voor de kaas, stroopwafels en drop die we dan krijgen. Mmmm.
J&C hadden een midsize huurauto op het vliegveld geregeld, maar die cabrio’s zagen er toch ook wel erg spannend uit….. Upgraden dus! De top moest er natuurlijk gelijk af, en zo reden we even later over de Interstate 280 naar ons huis. Oeps, het is toch wel erg koud in een open cabrio als je met 120 km/uur over de snelweg rijdt. Met de verwarming op volle kracht was het nog net uit te houden, maar we hebben flink bijgedragen aan global warming!
De dag erop hebben we San Francisco laten zien: Fisherman’s Wharf met de zeeleeuwen, visrestaurantjes en souvenir-winkeltjes, een ritje met de cable car naar het centrum, gelunched in China Town, gelopen naar het Cable Car Museum, omhooggeklommen naar Lombard Street, en teruggelopen naar de auto, waarna we naar de Golden Gate Bridge zijn gereden voor een wandeling met uitzicht op de stad. San Francisco in a day!
Zaterdag hebben we J&C bij de veerboot naar Alcatraz afgezet. Zelf hebben we het gevangeniseiland nu zo vaak gezien dat we niet meegingen. Verwende sikken zijn we, niet dan? Afzien hoor, hier in de Bay Area. In plaats daarvan gingen Gerard en ik naar downtown San Francisco om te gaan shoppen. Dit keer gingen we naar de Borders, een grote multilevel bookstore, met natuurlijk boeken, maar ook een café met lounge stoelen, en een grote etage vol CD’s en DVD’s. Beladen met boeken en CD’s gingen we weer naar Fisherman’s Wharf, waar we J&C weer vonden. Die hadden intussen zin in wijn gekregen, dus we reden naar Sonoma Valley om wijn te proeven. Hik, burp, hik, het werd heel erg gezellig…... Gelukkig reed onze BOB Gerard ons weer veilig naar huis. Onderweg hebben we nog gestopt voor een paar prijsfoto’s van de Golden Gate Bridge in de ondergaande zon, en een blik op San Francisco By Night vanaf Twin Peaks.
Zondag moesten J&C mee met ons voor een hike van 4 uur in Castle Rock State Park. Zijn we er al? Volgens Carla’s stappenmeter hebben we 10,000 stappen gedaan, en 10 km gelopen. ‘s Avonds zijn we naar het Shoreline Amphitheatre gegaan, voor een concert van Oasis/Jet/Kasabian. Ik had daar maanden geleden 4 kaartjes voor gekocht. Niet dat ik zo’n Oasis fan ben, maar mijn favoriete band Kasabian stond in het voorprogramma. We gingen ruim op tijd naar het amphitheater, want ik was bang dat we in de file zouden komen te staan. Maar we waren zo vroeg dat het inmense parkeerterrein nog bijna leeg was. Shoreline is een van de mooiste openlucht concertvenues van de VS (tenminste als je de website moet geloven). Er kunnen zo’n 25.000 mensen in, 6500 op de stoelen vooraan, en de rest op het glooiende grasveld achter de stoelen. Rondom het stadion is een groot terrein met stalletjes met eten (garlic fries, hamburgers en hot dogs), T-shirts, standjes van radiostation’s, maar ook grasvelden met picnic-tafels. Daar installeerden we ons, we hadden immers nog 1.5 uur voordat het concert begon. We hadden toastjes, hummus, pesto, en jus, en intussen konden we heerlijk mensen kijken. Er trok van alles voorbij, dun, dik, klein, inmens, kaal, harig, Goth, prep, hip en fout.
Het concert was geweldig. Kasabian was de openingsband, en de meeste stoelen waren nog leeg maar hier was ik voor gekomen. Kasabian rocks! Jet was de tweede act, vond ik niet zo. Die man schreeuwt me te veel, en het klinkt als any other rock band. Oasis was wel weer leuk, maar ik kende er niet zoveel nummers van. De rest van het publiek wel: ze schreeuwden alles mee. We waren blij dat we extra truien en dekens hadden meegenomen, want het was erg koud. Brrr. De jongens naast ons hadden alleen maar een T-shirt aan, maar die waren dan ook stomdronken en ze hielden zich warm door iets te fanatiek te dansen. Niet leuk als ze telkens bij jou op schoot eindigen.
Na dit enerverende weekend zijn J&C in de cabrio vertrokken naar Las Vegas, Bryce, Zion, en de Grand Canyon. We hopen ze over twee weken weer terug te zien!
J&C hadden een midsize huurauto op het vliegveld geregeld, maar die cabrio’s zagen er toch ook wel erg spannend uit….. Upgraden dus! De top moest er natuurlijk gelijk af, en zo reden we even later over de Interstate 280 naar ons huis. Oeps, het is toch wel erg koud in een open cabrio als je met 120 km/uur over de snelweg rijdt. Met de verwarming op volle kracht was het nog net uit te houden, maar we hebben flink bijgedragen aan global warming!
De dag erop hebben we San Francisco laten zien: Fisherman’s Wharf met de zeeleeuwen, visrestaurantjes en souvenir-winkeltjes, een ritje met de cable car naar het centrum, gelunched in China Town, gelopen naar het Cable Car Museum, omhooggeklommen naar Lombard Street, en teruggelopen naar de auto, waarna we naar de Golden Gate Bridge zijn gereden voor een wandeling met uitzicht op de stad. San Francisco in a day!
Zaterdag hebben we J&C bij de veerboot naar Alcatraz afgezet. Zelf hebben we het gevangeniseiland nu zo vaak gezien dat we niet meegingen. Verwende sikken zijn we, niet dan? Afzien hoor, hier in de Bay Area. In plaats daarvan gingen Gerard en ik naar downtown San Francisco om te gaan shoppen. Dit keer gingen we naar de Borders, een grote multilevel bookstore, met natuurlijk boeken, maar ook een café met lounge stoelen, en een grote etage vol CD’s en DVD’s. Beladen met boeken en CD’s gingen we weer naar Fisherman’s Wharf, waar we J&C weer vonden. Die hadden intussen zin in wijn gekregen, dus we reden naar Sonoma Valley om wijn te proeven. Hik, burp, hik, het werd heel erg gezellig…... Gelukkig reed onze BOB Gerard ons weer veilig naar huis. Onderweg hebben we nog gestopt voor een paar prijsfoto’s van de Golden Gate Bridge in de ondergaande zon, en een blik op San Francisco By Night vanaf Twin Peaks.
Zondag moesten J&C mee met ons voor een hike van 4 uur in Castle Rock State Park. Zijn we er al? Volgens Carla’s stappenmeter hebben we 10,000 stappen gedaan, en 10 km gelopen. ‘s Avonds zijn we naar het Shoreline Amphitheatre gegaan, voor een concert van Oasis/Jet/Kasabian. Ik had daar maanden geleden 4 kaartjes voor gekocht. Niet dat ik zo’n Oasis fan ben, maar mijn favoriete band Kasabian stond in het voorprogramma. We gingen ruim op tijd naar het amphitheater, want ik was bang dat we in de file zouden komen te staan. Maar we waren zo vroeg dat het inmense parkeerterrein nog bijna leeg was. Shoreline is een van de mooiste openlucht concertvenues van de VS (tenminste als je de website moet geloven). Er kunnen zo’n 25.000 mensen in, 6500 op de stoelen vooraan, en de rest op het glooiende grasveld achter de stoelen. Rondom het stadion is een groot terrein met stalletjes met eten (garlic fries, hamburgers en hot dogs), T-shirts, standjes van radiostation’s, maar ook grasvelden met picnic-tafels. Daar installeerden we ons, we hadden immers nog 1.5 uur voordat het concert begon. We hadden toastjes, hummus, pesto, en jus, en intussen konden we heerlijk mensen kijken. Er trok van alles voorbij, dun, dik, klein, inmens, kaal, harig, Goth, prep, hip en fout.
Het concert was geweldig. Kasabian was de openingsband, en de meeste stoelen waren nog leeg maar hier was ik voor gekomen. Kasabian rocks! Jet was de tweede act, vond ik niet zo. Die man schreeuwt me te veel, en het klinkt als any other rock band. Oasis was wel weer leuk, maar ik kende er niet zoveel nummers van. De rest van het publiek wel: ze schreeuwden alles mee. We waren blij dat we extra truien en dekens hadden meegenomen, want het was erg koud. Brrr. De jongens naast ons hadden alleen maar een T-shirt aan, maar die waren dan ook stomdronken en ze hielden zich warm door iets te fanatiek te dansen. Niet leuk als ze telkens bij jou op schoot eindigen.
Na dit enerverende weekend zijn J&C in de cabrio vertrokken naar Las Vegas, Bryce, Zion, en de Grand Canyon. We hopen ze over twee weken weer terug te zien!
Amerikaanse collega's
Om een idee te geven van hoe anders soms Amerikanen met elkaar omgaan op de werkplek dan ik gewend ben, heb ik hier een kleine opsomming gemaakt (allemaal echt gebeurd hier op het lab):
Dit maak ik echt allemaal mee. Rare jongens, die Amerikanen.
- Als je een ander ziet modderen bij een ingewikkeld apparaat, kijk je de gauw de andere kant op. Laat-ie het lekker zelf uitzoeken, dat moest jij destijds ook doen.
- Als je een student hebt, stuur je die met een ingewikkeld protocol het lab in, en je gaat zelf achter de computer zitten. Laat-ie het lekker zelf uitzoeken, dat moest jij vroeger ook doen.
- Als je hoort dat een ander die middag naar de Stanford campus gaat, pak jij snel de parkeerpas en gaat vijf minuten eerder weg dan de ander. Laat die ander het lekker zelf…. (you get the picture).
- Als je een ander om hulp vraagt (in het uiterste geval van nood), en die persoon geeft jou een uitleg van een uur, dan ga je daarna snel naar een tweede (en derde) persoon om hetzelfde probleem voor te leggen. Het is toch in jouw eigen belang dat je het verhaal van meerdere kanten hoort?
- Als je gaat lunchen vraag je niet aan de nieuwe student/medewerker of-ie meegaat.
- Als een ander aan jou een goed idee vertelt (de sukkel) stuur je direct een e-mail naar je baas dat je een geweldig idee hebt. Kan je hem morgenochtend om 8 uur even spreken?
- Tijdens de lunch moet je keihard lachen om al die buitenlanders die niet weten wat een Twinkie is.
- Op je werkbespreking verontschuldig je je tegenover de groep voor je slecht leesbare, in elkaar geflanste dia’s en half afgemaakte experimenten. Je hebt er vannacht tot drie uur nog aan moeten werken, zeg je, en je ziet dat de baas je goedkeurend toeknikt. Dat je pas gisteravond aan de werkbespreking bent begonnen, vertel je er maar even niet bij.
- Je klaagt steen en been dat je het zo druk hebt. Wat wil je ook, als je naast je gewone baan nog eens 20 uur per week aan je eigen consulting bedrijfje moet besteden?
- Als je met je baas staat te praten, meld je terloops tussen neus en lippen door dat je zaterdagochtend op het lab was. Dat je vrijdagmiddag om drie uur bent vertrokken, is natuurlijk “not worth mentioning”.
- Aan het einde van de dag zet je alleen je eigen prullenbak buiten op de gang voor de schoonmaak-dienst. Je vertrekt vervolgens zonder je collega een goede avond te wensen.
- Als je naar een andere job vertrekt, laat je je werkbank gewoon achter zoals-ie is, vuil en vol. Je plank in de vriezer laat je ook “as is”, met onleesbaar genummerde raadselachtige buisjes en doosjes, en je vertelt je baas dat er niets weggegooid mag worden, want het is allemaal reuze belangrijk.
Dit maak ik echt allemaal mee. Rare jongens, die Amerikanen.
Thursday, August 25, 2005
De website voor alle Nederlanders in de Bay Area
Goed nieuws voor alle Nederlanders in de San Francisco Bay Area. Sinds maandag is er een website met allerlei interessante zaken voor Nederlanders die hier wonen, of die hier naar toe willen komen. Waar kun je hagelslag of poffertjesmix kopen, waar kan je Indonesisch eten, hoe kom ik in contact met andere Nederlanders, en hoe blijft mijn kind goet nederlants spelluh? Het staat allemaal op http://www.nlbayarea.com, de nieuwe website voor Nederlanders in Silicon Valley, San Francisco en omgeving.
Ik maak hier maar een beetje reclame, want ik heb deze site net opgezet, en hoop in een behoefte te voorzien. Bovendien leer ik zelf ook een hoop. Zo blijken er maar liefst een stuk of 7 Nederlandse verenigingen in de SF Bay Area te zijn. Zijn dat er niet 6 teveel? Of is dit weer een typisch voorbeeld van de Nederlandse zuilen cultuur. JMHO.
Ik maak hier maar een beetje reclame, want ik heb deze site net opgezet, en hoop in een behoefte te voorzien. Bovendien leer ik zelf ook een hoop. Zo blijken er maar liefst een stuk of 7 Nederlandse verenigingen in de SF Bay Area te zijn. Zijn dat er niet 6 teveel? Of is dit weer een typisch voorbeeld van de Nederlandse zuilen cultuur. JMHO.
Wednesday, August 17, 2005
De iPod
Nog een nieuw speeltje: mijn iPod. Nou ja, helemaal nieuw is hij niet, ik heb hem al bijna een jaar. Maar hij is wel heeeeeeel erg leuk.
Mocht je het nog niet weten: een iPod is een MP3 speler, een klein computertje waar heel veel muziek op past. Er zijn heel veel merken MP3 spelers, maar de iPod (van Apple) is de meest bekende. Hoe werkt dat? Je stopt een CD in je computer en "ript" hem. Dat wil zeggen: je copieert de muziek naar je computer, en comprimeert de files. De resulterende copie is een stuk kleiner dan de originele muziek, dus er gaat een hoop informatie verloren, maar het klinkt nog steeds best goed. Al die files (MP3 of MP4 formaat) kun je dan weer op je MP3 speler zetten.
Het leuke is dat er zo ontzettend veel muziek op zo'n apparaatje past. Mijn iPod kan 40 gigabyte opslaan, en dat is echt weken aan muziek. Stel je voor, je zet hem aan en laat alles spelen, en over een maand is-ie klaar. Dat is best veel muziek. Je kunt dus je hele CD collectie er op zetten. Bovendien kun je aan elke stukkie muziek een genre kan toekennen. Bv. klassiek, rock, 60ies, noem maar op. Als ik zin heb in house muziek, laat ik alles spelen van dat genre. Heb ik zin in iets rustig, dan kies ik "Easy Listening". Ik kan ook playlists maken, waarin ik meerdere genres combineer. De mogelijkheden zijn bijna onbeperkt. En ik ben dol op de "random" functie.
Op het lab zie je steeds meer mensen met de witte oordopjes in, de blik op oneindig. Ik vraag me altijd af waar ze naar luisteren, want die Amerikanen laten niets merken. Hun gezicht staat strak. Het kan disco zijn, Pavarotti, Mozart, je weet het niet. Als ik mijn iPod aan heb staan, moet ik me echt inhouden om niet mee te gaan zingen. Of mee te gaan swingen. Het werkt wel lekker, pipetteren op muziek. Maar het gaat alleen goed als je iets doms aan het doen bent. Als je moet nadenken dan kan de muziek je gaan afleiden.
Mijn favoriete groepen van dit moment?
Kasabian, The Crystal Method, Underworld, The Killers, Fischerspooner, The Bravery.
Mocht je het nog niet weten: een iPod is een MP3 speler, een klein computertje waar heel veel muziek op past. Er zijn heel veel merken MP3 spelers, maar de iPod (van Apple) is de meest bekende. Hoe werkt dat? Je stopt een CD in je computer en "ript" hem. Dat wil zeggen: je copieert de muziek naar je computer, en comprimeert de files. De resulterende copie is een stuk kleiner dan de originele muziek, dus er gaat een hoop informatie verloren, maar het klinkt nog steeds best goed. Al die files (MP3 of MP4 formaat) kun je dan weer op je MP3 speler zetten.
Het leuke is dat er zo ontzettend veel muziek op zo'n apparaatje past. Mijn iPod kan 40 gigabyte opslaan, en dat is echt weken aan muziek. Stel je voor, je zet hem aan en laat alles spelen, en over een maand is-ie klaar. Dat is best veel muziek. Je kunt dus je hele CD collectie er op zetten. Bovendien kun je aan elke stukkie muziek een genre kan toekennen. Bv. klassiek, rock, 60ies, noem maar op. Als ik zin heb in house muziek, laat ik alles spelen van dat genre. Heb ik zin in iets rustig, dan kies ik "Easy Listening". Ik kan ook playlists maken, waarin ik meerdere genres combineer. De mogelijkheden zijn bijna onbeperkt. En ik ben dol op de "random" functie.
Op het lab zie je steeds meer mensen met de witte oordopjes in, de blik op oneindig. Ik vraag me altijd af waar ze naar luisteren, want die Amerikanen laten niets merken. Hun gezicht staat strak. Het kan disco zijn, Pavarotti, Mozart, je weet het niet. Als ik mijn iPod aan heb staan, moet ik me echt inhouden om niet mee te gaan zingen. Of mee te gaan swingen. Het werkt wel lekker, pipetteren op muziek. Maar het gaat alleen goed als je iets doms aan het doen bent. Als je moet nadenken dan kan de muziek je gaan afleiden.
Mijn favoriete groepen van dit moment?
Kasabian, The Crystal Method, Underworld, The Killers, Fischerspooner, The Bravery.
De Cadillac
Onze overbuurman A. (je kent hem nog van "De Fourth of July"; rechts op onderstaande foto), de krasse 70-er, nodigde ons vorige week uit voor een ritje in zijn Cadillac. Niet zomaar een auto, maar een echte oldtimer. Hij heeft 20 jaar geleden 3 Cadillacs van rond 1940 gekocht, en de beste onderdelen gebruikt om er eentje te restaureren. Hij heeft jaren geknutseld, gesleuteld, geprutst en gepoetst, en het resultaat mag er zijn. Een glanzende mobiel. Wat een auto, zeg. Enorme neus, antiek nummerbord, mooie kleur, geweldig.
Het was tijd voor een proefritje. We voelden ons zeer vereerd uiteraard. De auto stond blinkend op straat, en ik durfde bijna niet de deur open te doen. Gerard nam plaats naast de bestuurder, en buurvrouw E. en ik gingen achterin zitten. Het zat als een vorst. Enorm veel beenruimte, zachte bekleding (allemaal nieuw), luxe leer, gelakt hout, glanzend chroom. Je kon zien hoeveel werk A. er in had gestoken.
Daar gingen we dan, zoevend over Fremont Boulevard. Iedereen kijken natuurlijk. Zo'n prachtige auto.... of was het vanwege het slingerende stuurgedrag van de chauffeur??? Het valt niet mee, zo'n auto zonder stuurbekrachtiging, zeker niet als je 70 bent.
Ondanks de wat wankele koers bereikten we heelhuids de oprit van de snelweg. Daar hielden we nog even onze adem in want A. voegde in met een snelheid van 40 km per uur. Helemaal zeker weten doen we dat niet, want de snelheidsmeter deed het niet zo goed.
De auto bereikte tergend langzaam de snelheid van de andere auto's en toen konden we weer rustig ademen. Bij het afrijden van de snelweg trok de auto enorm naar links, en bij het schakelen hoorden we elke keer "kloink", maar we kwamen zonder deuken of ongelukken weer thuis! We vonden het wel een geweldige ervaring, uniek dat we zoiets mogen meemaken. Bedankt buurman A voor deze belevenis!
Het was tijd voor een proefritje. We voelden ons zeer vereerd uiteraard. De auto stond blinkend op straat, en ik durfde bijna niet de deur open te doen. Gerard nam plaats naast de bestuurder, en buurvrouw E. en ik gingen achterin zitten. Het zat als een vorst. Enorm veel beenruimte, zachte bekleding (allemaal nieuw), luxe leer, gelakt hout, glanzend chroom. Je kon zien hoeveel werk A. er in had gestoken.
Daar gingen we dan, zoevend over Fremont Boulevard. Iedereen kijken natuurlijk. Zo'n prachtige auto.... of was het vanwege het slingerende stuurgedrag van de chauffeur??? Het valt niet mee, zo'n auto zonder stuurbekrachtiging, zeker niet als je 70 bent.
Ondanks de wat wankele koers bereikten we heelhuids de oprit van de snelweg. Daar hielden we nog even onze adem in want A. voegde in met een snelheid van 40 km per uur. Helemaal zeker weten doen we dat niet, want de snelheidsmeter deed het niet zo goed.
De auto bereikte tergend langzaam de snelheid van de andere auto's en toen konden we weer rustig ademen. Bij het afrijden van de snelweg trok de auto enorm naar links, en bij het schakelen hoorden we elke keer "kloink", maar we kwamen zonder deuken of ongelukken weer thuis! We vonden het wel een geweldige ervaring, uniek dat we zoiets mogen meemaken. Bedankt buurman A voor deze belevenis!
De reis naar Newport (Boston Part 2)
Vanuit Boston (zie Blog hieronder) was het zo'n anderhalf uur rijden naar Newport, het tweede doel van onze kleine vakantie. In Newport woonde C., mijn Braziliaanse ex-collega en ex-labbuurman. Een jaar geleden was hij naar de oostkust verhuisd, en inmiddels was hij getrouwd en had net 6 weken geleden een zoontje gekregen. Tijd voor een bezoekje dus.
Gerard had zijn TomTom, zijn car-navigation systeem meegenomen, en die kwam goed van pas bij het vinden van de juiste route. Gerard is helemaal weg van dit nieuwe speeltje. Het heeft alle straten van de hele VS in zijn geheugen, en de 3D weergave draait mee met de weg. En: het is een Nederlands product.
Onderweg naar Newport viel het ons op hoeveel Dunkin' Donuts vestigingen er waren, hier in Massachusetts. Elke snelweg-afrit, elke straathoek, ja hoor: Dunkin' Donuts. Die mensen hier moeten haast wel net zo rond en vet zijn als een donut.
Newport ligt in de kleine staat Rhode Island. De staten hier aan de oostkust zijn veel kleiner dan California. Newport is een gezellig badplaatsje. Het ligt aan een gecompliceerde baai, met allerlei eilandjes, schiereilandjes, en inhammen. Na een paar bruggen weet je niet meer of je op het vaste land zit of op een schiereiland.
De kust is ruig, met rotsen, baaien, maar ook brede zandstranden. Het plaatsje zelf heeft leuke restaurantjes, kleine winkeltjes, en antiekmarktjes. Er zijn prachtige oude landhuizen, de Newport Mansions, prachtig ingerichte statige huizen, en in de jachthaven liggen de duurste luxescheepjes te dobberen.
C. en zijn vrouw V. woonden in een mooi oud huis, op loopafstand van het centrum. Ze gaven ons een parkeervergunning, want het plaatsje is zo populair bij dagjesmensen uit New York en Boston dat parkeren lastig en duur is. Maar gelukkig konden we voor de deur parkeren.
Met zijn vieren, en baby L. in de kinderwagen, maakten we een wandeling langs de kust. Het was een soort geasfalteerd pad, lekker plat, dus ideaal voor de kinderwagen. Maar het uitzicht was mooi, eerst een strand met zonnenbaders, daarna kliffen en rotsen.
Baby L. hield zich goed, maar op het eind van de wandeling wilde hij toch wel heel graag een schone luier. Weer terug naar huis, want die hadden de kersverse ouders nu net niet bij zich.
Gerard had zijn TomTom, zijn car-navigation systeem meegenomen, en die kwam goed van pas bij het vinden van de juiste route. Gerard is helemaal weg van dit nieuwe speeltje. Het heeft alle straten van de hele VS in zijn geheugen, en de 3D weergave draait mee met de weg. En: het is een Nederlands product.
Onderweg naar Newport viel het ons op hoeveel Dunkin' Donuts vestigingen er waren, hier in Massachusetts. Elke snelweg-afrit, elke straathoek, ja hoor: Dunkin' Donuts. Die mensen hier moeten haast wel net zo rond en vet zijn als een donut.
Newport ligt in de kleine staat Rhode Island. De staten hier aan de oostkust zijn veel kleiner dan California. Newport is een gezellig badplaatsje. Het ligt aan een gecompliceerde baai, met allerlei eilandjes, schiereilandjes, en inhammen. Na een paar bruggen weet je niet meer of je op het vaste land zit of op een schiereiland.
De kust is ruig, met rotsen, baaien, maar ook brede zandstranden. Het plaatsje zelf heeft leuke restaurantjes, kleine winkeltjes, en antiekmarktjes. Er zijn prachtige oude landhuizen, de Newport Mansions, prachtig ingerichte statige huizen, en in de jachthaven liggen de duurste luxescheepjes te dobberen.
C. en zijn vrouw V. woonden in een mooi oud huis, op loopafstand van het centrum. Ze gaven ons een parkeervergunning, want het plaatsje is zo populair bij dagjesmensen uit New York en Boston dat parkeren lastig en duur is. Maar gelukkig konden we voor de deur parkeren.
Met zijn vieren, en baby L. in de kinderwagen, maakten we een wandeling langs de kust. Het was een soort geasfalteerd pad, lekker plat, dus ideaal voor de kinderwagen. Maar het uitzicht was mooi, eerst een strand met zonnenbaders, daarna kliffen en rotsen.
Baby L. hield zich goed, maar op het eind van de wandeling wilde hij toch wel heel graag een schone luier. Weer terug naar huis, want die hadden de kersverse ouders nu net niet bij zich.
De trip naar Boston
Een dag nadat we uit Nederland waren thuisgekomen (ja, de VS gaat steeds meer als thuis voelen), gingen we alweer op reis. Ditmaal was het wel een geplande trip, een kleine vakantie naar Boston. Een ex-collega van mij was vorig jaar naar Newport verhuisd, aan de oostkust, en dat ligt op ca. 1.5 uur rijden van Boston. Gerard was al eens in Boston geweest voor een conferentie, wilde nog eens terug, en ook anderen hadden gezegd dat het zo'n leuke stad was. Dus daar gingen we dan. Vanuit San Francisco was het 5 uur vliegen naar Boston. Dan realiseer je je weer eens hoe groot de Verenigde Staten eigenlijk zijn!
Iedereen had gelijk: Boston is geweldig leuk. Het is een onamerikaans gezellige stad, die heel Europees aandoet, met zijn kronkelige straatjes, bakstenen huizen, en met een echte geschiedenis. Hier heeft zich heel wat afgespeeld: het begin van de Amerikaanse Onafhankelijksstrijd.
Maar er staan ook wolkenkrabbers, en er is uiteraard een Starbucks op elke straathoek! Het blijft tenslotte wel Amerika. Een leuk contrast, die oude bakstenen gebouwen met die wolkenkrabbers.
Dwars door de stad loopt een rode streep: De Freedom Trail. Het is een wandelroute die je langs alle interessante gebouwen brengt. Kerken, stadhuizen, staatsgebouwen, het klinkt misschien saai, maar overal is wel een kleine tentoonstelling, en de geschiedenis van Boston en het jonge Amerika begon echt te leven. Ik wist daar allemaal niet zoveel vanaf, maar nu werden we even bijgespijkerd in de Amerikaanse geschiedenis. De Boston Teaparty, Declaration of Independence, en de Boston Massacre.
Midden in de stad, zeg maar tussen de Starbucks en de McDonalds in, liggen verschillende begraafplaatsen met de "helden" uit de Amerikaanse geschiedenis. De namen zeiden me niet zoveel, behalve die van Samual Adams, maar dat is omdat daar een bier naar vernoemd is. Tegenover zijn graf ligt een cafe, de enige plaats "where you can drink a Sam Adams while looking at him".
In de haven ligt het vlaggeschip van de Amerikaanse Navy, de USS Constitution. Een prachtig schip uit 1797, met als bijnaam Old Ironsides. Het schip is helemaal niet van ijzer, maar van supersterk hout, en ze heeft geen enkele zeeslag verloren.
Aan het eind van de Freedom Trail kwamen we bij het Bunker Hill Monument. Het was inmiddels erg warm en benauwd geworden, en we liepen al flink te puffen. Het monument, een obelisk ter nagedachtenis aan een veldslag uit 1775, had 294 treden en geen lift. "Free. No elevator". Zullen we maar? We begonnen de klim, maar het werd bovenin de toren steeds benauwder. Ik had gehoopt dat er boven wat frisse lucht zou zijn, een paar open ramen of zo, maar niet hoor. Alle ramen waren potdicht, en de laatste moleculen zuurstof waren verdreven door de zweetlucht en dampen van de honderden toeristen die ons die dag waren voorgegaan. Bleh. Het uitzicht viel ook een beetje tegen, maar ja, we hadden onze workout van de dag wel gehad.
Als beloning vonden we dat wel recht hadden op een lekker diner. We hadden een tafel geboekt in Azure, een van de toprestaurants in Boston. Niet geheel toevallig was dit het restaurant van ons hotel, The Lenox. Dus na een fantastisch diner konden we gewoon naar onze kamer rollen.
De volgende dag was het alweer bloedje-heet. We hadden een plaatsje gereserveerd op de Boston Duck Tours. De Ducks zijn een echte Boston bezienswaardigheid. Het zijn amphibievoertuigen uit de Tweede Wereldoorlog. Een soort legertrucks die ook te water kunnen. De voertuigen worden bestuurd door de ConDucktors, grappenmakers in kostuum, die tijdens de rondrit op een leuke manier de stad laten zien.
Onze ConDucktor was Captain Super Swift, eens een superheld, maar na het eten van teveel Dunkin' Donuts iets te supersized om nog swift te kunnen zijn. Hij deed het wel erg leuk. Hij wees alle Dunkin' Donuts vestigingen in de stad aan (en ja, dat waren er veel!), maar vertelde ook veel serieuze zaken, zodat we nog meer over de stad leerden.
Na de rondrit hadden we behoefte aan een koele omgeving. We kwamen terecht in de Boston Public Libary, heerlijk gekoeld, gratis toegankelijk voor iedereen, en met een prachtige oude leeszaal. En bovendien een leuk cafeetje voor een kopje koffie en een broodje.
Tegenover de bibliotheek ligt Copley Square, een plein met groot grasveld waar in de zomer veel openbare concerten worden gegeven. We hadden de middag daarvoor een optreden gezien van Maia Sharp & Mike Doughty's Band (had ik nooit van gehoord). Er bleek ook een grappige schildpad te staan. Daar moest ik natuurlijk even op gaan zitten.
Die middag reden we door naar Newport. Maar dat staat in de volgende blog.
Iedereen had gelijk: Boston is geweldig leuk. Het is een onamerikaans gezellige stad, die heel Europees aandoet, met zijn kronkelige straatjes, bakstenen huizen, en met een echte geschiedenis. Hier heeft zich heel wat afgespeeld: het begin van de Amerikaanse Onafhankelijksstrijd.
Maar er staan ook wolkenkrabbers, en er is uiteraard een Starbucks op elke straathoek! Het blijft tenslotte wel Amerika. Een leuk contrast, die oude bakstenen gebouwen met die wolkenkrabbers.
Dwars door de stad loopt een rode streep: De Freedom Trail. Het is een wandelroute die je langs alle interessante gebouwen brengt. Kerken, stadhuizen, staatsgebouwen, het klinkt misschien saai, maar overal is wel een kleine tentoonstelling, en de geschiedenis van Boston en het jonge Amerika begon echt te leven. Ik wist daar allemaal niet zoveel vanaf, maar nu werden we even bijgespijkerd in de Amerikaanse geschiedenis. De Boston Teaparty, Declaration of Independence, en de Boston Massacre.
Midden in de stad, zeg maar tussen de Starbucks en de McDonalds in, liggen verschillende begraafplaatsen met de "helden" uit de Amerikaanse geschiedenis. De namen zeiden me niet zoveel, behalve die van Samual Adams, maar dat is omdat daar een bier naar vernoemd is. Tegenover zijn graf ligt een cafe, de enige plaats "where you can drink a Sam Adams while looking at him".
In de haven ligt het vlaggeschip van de Amerikaanse Navy, de USS Constitution. Een prachtig schip uit 1797, met als bijnaam Old Ironsides. Het schip is helemaal niet van ijzer, maar van supersterk hout, en ze heeft geen enkele zeeslag verloren.
Aan het eind van de Freedom Trail kwamen we bij het Bunker Hill Monument. Het was inmiddels erg warm en benauwd geworden, en we liepen al flink te puffen. Het monument, een obelisk ter nagedachtenis aan een veldslag uit 1775, had 294 treden en geen lift. "Free. No elevator". Zullen we maar? We begonnen de klim, maar het werd bovenin de toren steeds benauwder. Ik had gehoopt dat er boven wat frisse lucht zou zijn, een paar open ramen of zo, maar niet hoor. Alle ramen waren potdicht, en de laatste moleculen zuurstof waren verdreven door de zweetlucht en dampen van de honderden toeristen die ons die dag waren voorgegaan. Bleh. Het uitzicht viel ook een beetje tegen, maar ja, we hadden onze workout van de dag wel gehad.
Als beloning vonden we dat wel recht hadden op een lekker diner. We hadden een tafel geboekt in Azure, een van de toprestaurants in Boston. Niet geheel toevallig was dit het restaurant van ons hotel, The Lenox. Dus na een fantastisch diner konden we gewoon naar onze kamer rollen.
De volgende dag was het alweer bloedje-heet. We hadden een plaatsje gereserveerd op de Boston Duck Tours. De Ducks zijn een echte Boston bezienswaardigheid. Het zijn amphibievoertuigen uit de Tweede Wereldoorlog. Een soort legertrucks die ook te water kunnen. De voertuigen worden bestuurd door de ConDucktors, grappenmakers in kostuum, die tijdens de rondrit op een leuke manier de stad laten zien.
Onze ConDucktor was Captain Super Swift, eens een superheld, maar na het eten van teveel Dunkin' Donuts iets te supersized om nog swift te kunnen zijn. Hij deed het wel erg leuk. Hij wees alle Dunkin' Donuts vestigingen in de stad aan (en ja, dat waren er veel!), maar vertelde ook veel serieuze zaken, zodat we nog meer over de stad leerden.
Na de rondrit hadden we behoefte aan een koele omgeving. We kwamen terecht in de Boston Public Libary, heerlijk gekoeld, gratis toegankelijk voor iedereen, en met een prachtige oude leeszaal. En bovendien een leuk cafeetje voor een kopje koffie en een broodje.
Tegenover de bibliotheek ligt Copley Square, een plein met groot grasveld waar in de zomer veel openbare concerten worden gegeven. We hadden de middag daarvoor een optreden gezien van Maia Sharp & Mike Doughty's Band (had ik nooit van gehoord). Er bleek ook een grappige schildpad te staan. Daar moest ik natuurlijk even op gaan zitten.
Die middag reden we door naar Newport. Maar dat staat in de volgende blog.