Elk jaar neem ik me voor om op tijd mijn kerstkaarten te schrijven. Ik vind het zelf leuk om ze te krijgen. We installeren de "waslijn" weer in de kamer, en daar komen de kaarten aan te hangen. De afgelopen weken kwamen ze weer binnen, van familie, oude vrienden, nieuwe vrienden..... Al die goede mensen, die netjes op tijd hun kaartjes schrijven.
Waarom lukt het mij dan niet? Omdat ik druk ben geweest met werk, Sinterklaas, klussen.... omdat in het weekend de was en de strijk moet gebeuren... omdat er feestjes waren waar ik heen wilde.....omdat ik op elke kaart een persoonlijke wens wil schrijven....
Eindelijk heb ik vrij van mijn werk, en kon ik onze kerstkaarten gaan schrijven. Mijn hand, niet meer gewend aan schrijven, is er lam van, en ik heb drie pennen leeggeschreven. Een fijn gevoel dat het weer af is, en ik heb weer met liefde en fijne herinneringen aan een ieder van jullie gedacht.
Maar ja, het is al 23 december, dus dat gaan de kaarten niet meer op tijd redden, Elies.
Dus vanaf deze plek wil ik mijn trouwe lezers alvast allemaal gezellige kerstdagen en een gezond en gelukkig 2009 toewensen. De kaart komt er aan. Ooit.
Tuesday, December 23, 2008
Saturday, December 20, 2008
Schuld
Toen de afgelopen weken de eerste kerstkaarten binnenkwamen, en ik nog niet was begonnen met schrijven, hoorde ik continue dat stemmetje van binnen. Het Schuldgevoel stemmetje. "Elies, je moet nog kerstkaarten schrijven."
Hebben jullie ook zo'n stemmetje?
Mijn stemmetje kan nog veel meer zeggen. Elies, je moet nog een cadeau voor die en die kopen. Elies, het plafond bladdert en moet geschuurd worden. Elies, je moet vloertegels uit gaan kiezen. Elies, het bed moet verschoond. Elies, die kast moet opgeruimd. Elies, je moet je kleren uitzoeken. Elies, je moet je blog weer eens bijwerken. Elies, je moet een kaartje naar die jarige sturen. Elies, je moet de vlek in het tapijt wegpoetsen. Elies, de melk is op. Elies, je moet meer aan sport doen. Elies, je moet een paper schrijven. Elies, de katten moeten te eten. Elies, je moet je schildpadden in je database invoeren. Elies, je moet ....
En zo gaat dat maar door. Het schijnt vooral bij vrouwen voor te komen. Het Schuldgevoel. Het vertelt ons dat we slechte mensen zijn. Ben ik op het werk, voel ik me schuldig dat ik niet genoeg thuis doe. Ben ik thuis, dan had ik eigenlijk meer moeten werken. Het is nooit goed, en soms word ik helemaal akelig van schuldgevoel.
Mannen hebben daar geen last van. Ze werken, komen thuis, zetten 1x per week de vuilnisbak buiten, vangen af en toe een spin, en hebben dan hun plicht gedaan. Ze gaan voor de TV zitten, en vallen in slaap. Niks schuldgevoel. Heerlijk.
Hebben jullie ook zo'n stemmetje?
Mijn stemmetje kan nog veel meer zeggen. Elies, je moet nog een cadeau voor die en die kopen. Elies, het plafond bladdert en moet geschuurd worden. Elies, je moet vloertegels uit gaan kiezen. Elies, het bed moet verschoond. Elies, die kast moet opgeruimd. Elies, je moet je kleren uitzoeken. Elies, je moet je blog weer eens bijwerken. Elies, je moet een kaartje naar die jarige sturen. Elies, je moet de vlek in het tapijt wegpoetsen. Elies, de melk is op. Elies, je moet meer aan sport doen. Elies, je moet een paper schrijven. Elies, de katten moeten te eten. Elies, je moet je schildpadden in je database invoeren. Elies, je moet ....
En zo gaat dat maar door. Het schijnt vooral bij vrouwen voor te komen. Het Schuldgevoel. Het vertelt ons dat we slechte mensen zijn. Ben ik op het werk, voel ik me schuldig dat ik niet genoeg thuis doe. Ben ik thuis, dan had ik eigenlijk meer moeten werken. Het is nooit goed, en soms word ik helemaal akelig van schuldgevoel.
Mannen hebben daar geen last van. Ze werken, komen thuis, zetten 1x per week de vuilnisbak buiten, vangen af en toe een spin, en hebben dan hun plicht gedaan. Ze gaan voor de TV zitten, en vallen in slaap. Niks schuldgevoel. Heerlijk.
Thursday, December 11, 2008
Halloween
Alweer een jaar voorbij! Zeven jaar geleden arriveerden Gerard en ik in California, een paar dagen voor Halloween. Toen waren we nog verbaasd dat we, toen we een bankrekening wilden openen, werden geholpen door een medewerker met een gekke hoed op. Nu versieren we als echte Amerikanen ons huis met spinnenwebben en pompoenen.
Ook dit jaar heb ik een mooie pompoen gesneden. Saskia had een pompoen-snij-party georganiseerd. Samen met haar kinderen had ze erg leuke gerechten gemaakt, zoals hersenpudding, chocolade-spinnen, en een groentendip met afgehankte hand. Griezelen en smullen tegelijkertijd.
Het pompoen snijden is altijd een lastig werkje. Sommige gasten bleken een soort kunststof pompoen te hebben gekocht, die heel makkelijk te snijden is, en heel lang goed blijft. En hij ziet er net echt uit. Dat moet ik onthouden voor volgend jaar. Hoef ik nog maar 1 keer een pompoen te snijden, en daar kan ik dan de rest van mijn leven mee doen.
Het werd dit jaar een beetje een rare Halloween. Meer een soort Helloween, zoals ik laatst een niet-Amerikaan zag schrijven. Het blijft lastig, dat Engels.
Halloween zelf viel dit jaar op een vrijdag, en precies op die dag moest ik een voordracht geven voor onze afdeling, de Department of Microbiology and Immunology. Ik besloot om dat verkleed te doen. Net als vorig jaar heb ik me verkleed als Metal Girl, met een zwarte gescheurde broek aan, zware makeup, een zwarte vettige pruik, en heel veel kettingen.
Een beetje zenuwachtig stond ik te wachten in een lege conferentiezaal. Ken je dat gevoel? Dat je praatje om 12 uur begint, en dat er om 11:59 nog niemand in de zaal zit? Geen fijn gevoel. Normaal gesproken zitten er altijd zo'n 50 tot 100 mensen bij dit seminar, maar kennelijk was het publiek een stuk uitgedund op deze gekke dag. Gelukkig kwamen er uiteindelijk een paar Ninja Turtles binnen. Rond 10 over 12 begon ik mezelf maar te introduceren en mijn praatje te houden. Er kwamen nog wat andere mensen binnen, en uiteindelijk zaten er toch zo'n 20 mensen in de zaal.
Halverwege het praatje viel me op dat de helft van de graduate students de ogen dicht had. Was ik nou echt zo slaapverwekkend? Later hoorde ik dat ze de vorige avond tot 2 uur 's nachts aan hun kostuums hadden gewerkt, maar dat wist ik toen nog niet. Mijn zelfvertrouwen was inmiddels flink geslonken.
Na afloop van dit seminar is er altijd een Lunch With The Speaker for de graduate students, in een ander gebouw. Normaal gesproken mogen wij postdocs niet naar deze lunch toe, maar vandaag was ik de Spreker. Ik had na mijn voordracht nog eventjes met iemand staan praten, en de medische campus van Stanford is op dit moment 1 grote bouwput, dus het duurde even voordat ik de weg naar dat gebouw gevonden had. Toen ik binnenkwam voor de lunch, zaten alle graduate students al lekker te smikkelen van knapperige broodjes en salades. Maar ondanks het kleine aantal mensen dat vandaag was komen opdagen, was het eten bijna op. Er was welgeteld nog 1 sneetje brood over en 1 plakje avocado. Er stond ook nog een halve schaal fruitsalade, maar er waren geen bordjes, bestek, of bekertjes meer, dus daar kon ik ook niet van eten. Even overwoog ik om de hele schaal op schoot moeten nemen en met de opscheplepel op te eten? Maar ja, als spreker moet je je toch een beetje "waardig" gedragen. De blikjes drinken waren ook allemaal soldaat gemaakt. De graduate studenten zaten nog steeds lekker te peuzelen, en niemand leek zich te generen dat er voor mij bijna niets meer over was. Lunch With The Speaker dus. Niet Lunch For The Speaker.
Ietwat teleurgesteld ging ik naar huis. Gelukkig had ik die avond een feestje gepland. Daar zou ik weer helemaal blij van worden. Ik had alle mensen van ons lab uitgenodigd met hun significant others om bij ons thuis Halloween te komen vieren. Op dit moment telt ons lab 14 mensen, dus ik rekende op een gezellig vol huis.
Het liep weer anders. Er kwam maar 1 persoon opdagen.
Helloween.
Ook dit jaar heb ik een mooie pompoen gesneden. Saskia had een pompoen-snij-party georganiseerd. Samen met haar kinderen had ze erg leuke gerechten gemaakt, zoals hersenpudding, chocolade-spinnen, en een groentendip met afgehankte hand. Griezelen en smullen tegelijkertijd.
Het pompoen snijden is altijd een lastig werkje. Sommige gasten bleken een soort kunststof pompoen te hebben gekocht, die heel makkelijk te snijden is, en heel lang goed blijft. En hij ziet er net echt uit. Dat moet ik onthouden voor volgend jaar. Hoef ik nog maar 1 keer een pompoen te snijden, en daar kan ik dan de rest van mijn leven mee doen.
Het werd dit jaar een beetje een rare Halloween. Meer een soort Helloween, zoals ik laatst een niet-Amerikaan zag schrijven. Het blijft lastig, dat Engels.
Halloween zelf viel dit jaar op een vrijdag, en precies op die dag moest ik een voordracht geven voor onze afdeling, de Department of Microbiology and Immunology. Ik besloot om dat verkleed te doen. Net als vorig jaar heb ik me verkleed als Metal Girl, met een zwarte gescheurde broek aan, zware makeup, een zwarte vettige pruik, en heel veel kettingen.
Een beetje zenuwachtig stond ik te wachten in een lege conferentiezaal. Ken je dat gevoel? Dat je praatje om 12 uur begint, en dat er om 11:59 nog niemand in de zaal zit? Geen fijn gevoel. Normaal gesproken zitten er altijd zo'n 50 tot 100 mensen bij dit seminar, maar kennelijk was het publiek een stuk uitgedund op deze gekke dag. Gelukkig kwamen er uiteindelijk een paar Ninja Turtles binnen. Rond 10 over 12 begon ik mezelf maar te introduceren en mijn praatje te houden. Er kwamen nog wat andere mensen binnen, en uiteindelijk zaten er toch zo'n 20 mensen in de zaal.
Halverwege het praatje viel me op dat de helft van de graduate students de ogen dicht had. Was ik nou echt zo slaapverwekkend? Later hoorde ik dat ze de vorige avond tot 2 uur 's nachts aan hun kostuums hadden gewerkt, maar dat wist ik toen nog niet. Mijn zelfvertrouwen was inmiddels flink geslonken.
Na afloop van dit seminar is er altijd een Lunch With The Speaker for de graduate students, in een ander gebouw. Normaal gesproken mogen wij postdocs niet naar deze lunch toe, maar vandaag was ik de Spreker. Ik had na mijn voordracht nog eventjes met iemand staan praten, en de medische campus van Stanford is op dit moment 1 grote bouwput, dus het duurde even voordat ik de weg naar dat gebouw gevonden had. Toen ik binnenkwam voor de lunch, zaten alle graduate students al lekker te smikkelen van knapperige broodjes en salades. Maar ondanks het kleine aantal mensen dat vandaag was komen opdagen, was het eten bijna op. Er was welgeteld nog 1 sneetje brood over en 1 plakje avocado. Er stond ook nog een halve schaal fruitsalade, maar er waren geen bordjes, bestek, of bekertjes meer, dus daar kon ik ook niet van eten. Even overwoog ik om de hele schaal op schoot moeten nemen en met de opscheplepel op te eten? Maar ja, als spreker moet je je toch een beetje "waardig" gedragen. De blikjes drinken waren ook allemaal soldaat gemaakt. De graduate studenten zaten nog steeds lekker te peuzelen, en niemand leek zich te generen dat er voor mij bijna niets meer over was. Lunch With The Speaker dus. Niet Lunch For The Speaker.
Ietwat teleurgesteld ging ik naar huis. Gelukkig had ik die avond een feestje gepland. Daar zou ik weer helemaal blij van worden. Ik had alle mensen van ons lab uitgenodigd met hun significant others om bij ons thuis Halloween te komen vieren. Op dit moment telt ons lab 14 mensen, dus ik rekende op een gezellig vol huis.
Het liep weer anders. Er kwam maar 1 persoon opdagen.
Helloween.
Dol Fijn
Een van de projecten waar ik op dit moment aan werk is de de microbiota van Tursiops truncatus. Of te wel in gewoon Nederlands, het onderzoek naar welke bacterien in een dolfijn leven. Net als mensen zijn ook dolfijnen gekoloniseerd met "commensalen", bacterien en andere microorganismen die in de mond, maag en darm wonen.
Dit project wordt betaald door de Amerikaanse Marine. Huh? Ja, je leest het goed. De US Navy heeft dolfijnen en zeeleeuwen in dienst. De dieren worden o.a. getraind om zee-mijnen en andere onderwaterobjecten te vinden en te markeren. Het klinkt wat ouderwets in deze tijd van high tech detectiesystemen, maar het is toch waar. En voordat je denkt dat ik dit eigenlijk niet mag vertellen, het is openbare informatie, en het staat allemaal op Internet. Er is zelfs een documentaire over de dolfijnen gemaakt. Pentagon TV, dat wel.
In oktober had ik een conferentie in San Diego. Toevallig in dezelfde plaats waar ook de dolfijnen gestationeerd zijn. Na het invullen van de nodige formulieren kreeg ik toestemming om de marine basis te bezoeken. Voor een groep van dierenartsen en trainers hield ik een presentatie over ons werk, zodat ze konden zien wat ik met "hun" samples had gedaan. Uiteraard kreeg ik ook mijn studieobjecten zelf te zien. Over wiebelige loopplanken liepen we naar de dolfijnenverblijven. De dieren worden gehouden in kleine "kooien" die afgeschot zijn met netten, in het water van de San Diego Bay. Op Google Maps kun je de dolfijnen zien zwemmen in hun vierkante hokjes.
De trainers waren erg aardig en ik mocht de dieren zelfs aaien en een paar vissen voeren.
Onder het neurien van "Daar heb je Flipper...." ging ik Dol Blij naar huis.
Dit project wordt betaald door de Amerikaanse Marine. Huh? Ja, je leest het goed. De US Navy heeft dolfijnen en zeeleeuwen in dienst. De dieren worden o.a. getraind om zee-mijnen en andere onderwaterobjecten te vinden en te markeren. Het klinkt wat ouderwets in deze tijd van high tech detectiesystemen, maar het is toch waar. En voordat je denkt dat ik dit eigenlijk niet mag vertellen, het is openbare informatie, en het staat allemaal op Internet. Er is zelfs een documentaire over de dolfijnen gemaakt. Pentagon TV, dat wel.
In oktober had ik een conferentie in San Diego. Toevallig in dezelfde plaats waar ook de dolfijnen gestationeerd zijn. Na het invullen van de nodige formulieren kreeg ik toestemming om de marine basis te bezoeken. Voor een groep van dierenartsen en trainers hield ik een presentatie over ons werk, zodat ze konden zien wat ik met "hun" samples had gedaan. Uiteraard kreeg ik ook mijn studieobjecten zelf te zien. Over wiebelige loopplanken liepen we naar de dolfijnenverblijven. De dieren worden gehouden in kleine "kooien" die afgeschot zijn met netten, in het water van de San Diego Bay. Op Google Maps kun je de dolfijnen zien zwemmen in hun vierkante hokjes.
De trainers waren erg aardig en ik mocht de dieren zelfs aaien en een paar vissen voeren.
Onder het neurien van "Daar heb je Flipper...." ging ik Dol Blij naar huis.
Monday, December 08, 2008
Mexico 2
Na de conferentie hadden Gerard en ik nog een extra dag om het centrum van Mexico City te bekijken.
Het hart van de stad is de Zócalo, het op 1 na grootste plein ter wereld (Het Rode Plein in Moskou is het grootste). Het plein wordt omringd door statige gebouwen, waarvan het Nationaal Paleis en de Basilica-kerk de belangrijkste zijn.
Het Palacio Nacional is de zetel van de Mexicaanse regering. Het bestaat uit een aantal gebouwen met grote binnenplaatsen. Dat leverde leuke doorkijkjes op.
Het paleis is vooral bekend om de muurschilderingen van Diego Rivera, een Mexicaanse schilder en de vrouw van schilderes Frida Kahlo. Rivera heeft het hele trappenhuis van het paleis van een muurschildering voorzien dat de geschiedenis van Mexico weergeeft, en 450 vierkante meter groot is. Diego heeft ook 11 kleinere panelen geschilderd, op de balustrade, dus er viel heel wat te bekijken.
Na het paleis bekeken we de kathedraal. Het is de oudste en grootste kathedraal in heel Latijns Amerika. Het was zondag, maar we konden net tussen twee missen en wat bruiloften door naar binnen. Binnen was er veel pracht en praal, en vooral veel mensen. Er waren heel wat zijkapelletjes, elk met zijn eigen verhaal. Het kwam een beetje rommelig en overdadig over.
Gerard en ik liepen over het Zocalo plein door richting nog meer bezienswaardigheden. Het plein was erg vol met straatverkopers en indiaanse dansers.
Onze volgende stop was het Palacio de Bellas Artes, het belangrijkste operahuis in de stad. Hier zongen Maria Callas, Placido Domingo, en Kiri Te Kanawa.
We bezochten ook nog het Palacio Postal, het oude postkantoor. Nou, dat is toch effe wat anders dan waar jij en ik onze postzegels kopen, hoor: allemaal goud. Of was het toch brons?
Daarna namen Gerard en ik de metro naar het Bosque de Chapultepec (Het Sprinkhanenheuvelpark). Op deze zondag was het bommetje vol met gezinnen die hun vrije middag in dit grote park doorbrachten. Er werd gepicknicked, gedanst, er waren stalletjes met eten, en dierentuin, en diverse fonteinen.
In en rondom het park zijn diverse musea gehuisvest, waarvan het Nationaal Antropologie Museum het bekendste is. Het beroemdste voorwerp in de collectie is de Piedra del Sol, een zonnesteen die de dagen van de maand weergeeft. Het is gevonden op het Zocalo plein in 1790. De steen is bijna 4 meter in diameter en weegt 24000 kg. Ik hoop dat die spijker goed in de muur zit....
Er waren allerlei zalen met potten en scherven uit diverse tijdstippen, maar we vonden de opgravingen uit Teotihuacan - de site waar we de dag ervoor waren geweest - het meest interessant. Vooral het rijtje skeletten die daar waren gevonden, was lekker luguber.
We besloten onze See Mexico City In One Day Tour met een bezoek aan de Basilica de Guadalupe. Of eigenlijk zijn het twee Basilica's, een oude en een nieuwe. Op deze plaats zou Maria in de gedaante van Onze-Lieve-Vrouw van Guadalupe aan een ene Juan Diego, een bekeerde Azteek, verschenen zijn. Volgens de legende geloofde de bisschop van Mexico hem niet, en Diego moest eerst maar eens een wonder laten zien. Juan vond toen rozen op de berg, en dat was zeker een wonder, midden in de winter. Hij pakte de rozen in zijn mantel, liep naar de bisschop, en deed zijn mantel open. Maar de rozen waren verdwenen, en in plaats daarvan was er in zijn mantel de afbeelding van Maria te zien. Deze mantel wordt nog steeds op deze plaats bewaard, in de basiliek.
De oude basiliek, voltooid in 1709, zakt steeds verder weg. Mexico stad is gebouwd op een soort moeras, en alles wat zwaar en slecht gefundeerd is, zakt langzaam weg of scheef.
Daarom begon men in 1974 maar een nieuwe basiliek te bouwen. Volgens ons boekje had men gekozen voor een ronde vorm, die mogelijk iets minder scheef zou zakken. Maar je kon aan de bestrating al zien dat ook de nieuwe kerk al aardig begon te zinken, mogelijk onder het gewicht van de duizenden bedevaartgangers die hier dagelijks komen.
Voordat ook deze kerk in het moeras verdween, brachten Gerard en ik snel een bezoek aan De Mantel. Nou, dat was een aparte opstelling. Om te voorkomen dat mensen massaal de boel versperren hebben ze ten eerste de mantel op zo'n 20 meter hoogte gehangen, zodat je hem alleen vanaf een vreemde hoek kan zien. Voor de mantel langs lopen 4 horizontale rolbanden, twee naar links en twee naar rechts. Je kunt dus moeilijk stilblijven staan om het beeltenis van de maagd te zien. Gelukkig was het niet druk, en konden we lekker een paar keer heen en weer rollen.
De mantel zelf zag er net iets te mooi uit om een "wonder" te zijn. We vermoeden dat Juan Diego erg goed kon schilderen.
En wat stond daar nog in een stil hoekje? Dat leek wel.... dat was toch niet.... kon dat.... Jawel hoor! De Paus Mobiel. Daar stond-ie hoor. Popiejopiejopie. Good old times.
Het hart van de stad is de Zócalo, het op 1 na grootste plein ter wereld (Het Rode Plein in Moskou is het grootste). Het plein wordt omringd door statige gebouwen, waarvan het Nationaal Paleis en de Basilica-kerk de belangrijkste zijn.
Het Palacio Nacional is de zetel van de Mexicaanse regering. Het bestaat uit een aantal gebouwen met grote binnenplaatsen. Dat leverde leuke doorkijkjes op.
Het paleis is vooral bekend om de muurschilderingen van Diego Rivera, een Mexicaanse schilder en de vrouw van schilderes Frida Kahlo. Rivera heeft het hele trappenhuis van het paleis van een muurschildering voorzien dat de geschiedenis van Mexico weergeeft, en 450 vierkante meter groot is. Diego heeft ook 11 kleinere panelen geschilderd, op de balustrade, dus er viel heel wat te bekijken.
Na het paleis bekeken we de kathedraal. Het is de oudste en grootste kathedraal in heel Latijns Amerika. Het was zondag, maar we konden net tussen twee missen en wat bruiloften door naar binnen. Binnen was er veel pracht en praal, en vooral veel mensen. Er waren heel wat zijkapelletjes, elk met zijn eigen verhaal. Het kwam een beetje rommelig en overdadig over.
Gerard en ik liepen over het Zocalo plein door richting nog meer bezienswaardigheden. Het plein was erg vol met straatverkopers en indiaanse dansers.
Onze volgende stop was het Palacio de Bellas Artes, het belangrijkste operahuis in de stad. Hier zongen Maria Callas, Placido Domingo, en Kiri Te Kanawa.
We bezochten ook nog het Palacio Postal, het oude postkantoor. Nou, dat is toch effe wat anders dan waar jij en ik onze postzegels kopen, hoor: allemaal goud. Of was het toch brons?
Daarna namen Gerard en ik de metro naar het Bosque de Chapultepec (Het Sprinkhanenheuvelpark). Op deze zondag was het bommetje vol met gezinnen die hun vrije middag in dit grote park doorbrachten. Er werd gepicknicked, gedanst, er waren stalletjes met eten, en dierentuin, en diverse fonteinen.
In en rondom het park zijn diverse musea gehuisvest, waarvan het Nationaal Antropologie Museum het bekendste is. Het beroemdste voorwerp in de collectie is de Piedra del Sol, een zonnesteen die de dagen van de maand weergeeft. Het is gevonden op het Zocalo plein in 1790. De steen is bijna 4 meter in diameter en weegt 24000 kg. Ik hoop dat die spijker goed in de muur zit....
Er waren allerlei zalen met potten en scherven uit diverse tijdstippen, maar we vonden de opgravingen uit Teotihuacan - de site waar we de dag ervoor waren geweest - het meest interessant. Vooral het rijtje skeletten die daar waren gevonden, was lekker luguber.
We besloten onze See Mexico City In One Day Tour met een bezoek aan de Basilica de Guadalupe. Of eigenlijk zijn het twee Basilica's, een oude en een nieuwe. Op deze plaats zou Maria in de gedaante van Onze-Lieve-Vrouw van Guadalupe aan een ene Juan Diego, een bekeerde Azteek, verschenen zijn. Volgens de legende geloofde de bisschop van Mexico hem niet, en Diego moest eerst maar eens een wonder laten zien. Juan vond toen rozen op de berg, en dat was zeker een wonder, midden in de winter. Hij pakte de rozen in zijn mantel, liep naar de bisschop, en deed zijn mantel open. Maar de rozen waren verdwenen, en in plaats daarvan was er in zijn mantel de afbeelding van Maria te zien. Deze mantel wordt nog steeds op deze plaats bewaard, in de basiliek.
De oude basiliek, voltooid in 1709, zakt steeds verder weg. Mexico stad is gebouwd op een soort moeras, en alles wat zwaar en slecht gefundeerd is, zakt langzaam weg of scheef.
Daarom begon men in 1974 maar een nieuwe basiliek te bouwen. Volgens ons boekje had men gekozen voor een ronde vorm, die mogelijk iets minder scheef zou zakken. Maar je kon aan de bestrating al zien dat ook de nieuwe kerk al aardig begon te zinken, mogelijk onder het gewicht van de duizenden bedevaartgangers die hier dagelijks komen.
Voordat ook deze kerk in het moeras verdween, brachten Gerard en ik snel een bezoek aan De Mantel. Nou, dat was een aparte opstelling. Om te voorkomen dat mensen massaal de boel versperren hebben ze ten eerste de mantel op zo'n 20 meter hoogte gehangen, zodat je hem alleen vanaf een vreemde hoek kan zien. Voor de mantel langs lopen 4 horizontale rolbanden, twee naar links en twee naar rechts. Je kunt dus moeilijk stilblijven staan om het beeltenis van de maagd te zien. Gelukkig was het niet druk, en konden we lekker een paar keer heen en weer rollen.
De mantel zelf zag er net iets te mooi uit om een "wonder" te zijn. We vermoeden dat Juan Diego erg goed kon schilderen.
En wat stond daar nog in een stil hoekje? Dat leek wel.... dat was toch niet.... kon dat.... Jawel hoor! De Paus Mobiel. Daar stond-ie hoor. Popiejopiejopie. Good old times.
Sunday, December 07, 2008
Mexico 1
Eerder dit jaar had ik een uitnodiging gekregen om te spreken op de Nestlé Nutrition Conference, in oktober in Mexico City. De organisatie zou mijn hotel en vliegreis betalen. In ruil daarvoor moest ik een praatje van een half uur geven en een paper schrijven. Nou, dat was natuurlijk niet verkeerd.
Gerard ging ook mee (uiteraard op eigen kosten) en zo vlogen we begin oktober naar Mexico City, een van de grootste steden ter wereld. We werden van het vliegveld opgehaald en maakten al gelijk kennis met de verkeerschaos in de stad. De stad zelf heeft ruim 8 miljoen inwoners, maar met alle voorsteden eromheen is het een agglomeratie van 20 miljoen inwoners. De stad ligt op ruim 2200 meter hoogte, en wordt omringd door heuvels en vulkanen. Na anderhalf uur file bereikten we eindelijk het hotel Royal Pedregal in het zuiden van de stad.
Alle andere sprekers logeerden in hetzelfde hotel, dus toen we die ochtend in de hal verzamelden konden we met elkaar kennismaken. Er waren sprekers uit Bangladesh, Chili, Mexico, en de VS. Een echt internationaal gezelschap.
We werden met een busje vervoerd naar een ziekenhuis annex medische school complex, waar de conferentie plaats vond. Het was een flinke zaal met zo'n 200 belangstellenden, meest dietisten en artsen-in-opleiding.
Alle aanwezigen kregen een koptelefoon op, en via twee tolken werd van het Engels in het Spaans vertaald, of vice versa. Petje af voor de tolken, hoor! Mijn praatje ging goed en ik kon na afloop heerlijk ontspannen naar de andere sprekers luisteren.
Naar goed Mexicaans gebruik liep het programma flink uit, en zo zaten we pas om 3 uur aan de lunch. Best laat, omdat we al om 7 uur die ochtend in de hal moesten staan. Gelukkig had ik een ontbijtreep in mijn tas gehad!
Die avond kregen we met alle sprekers en organisatoren een fantastisch diner aangeboden van de Nestlé Foundation. Kaviaar, champagne, een ontklede kreeft, zalm, biefstuk, en cadeautjes voor alle sprekers (wil iemand nog een sjaal hebben?). Er was zelfs een strijkje om het geheel te complementeren. Maar ja, Gerard en ik betalen ons blauw aan Nespresso koffiepadjes, dus Nestlé mag ook wel eens wat terugdoen, vond ik.
De conferentie duurde twee dagen, en aan het eind van de tweede dag werden de sprekers in een busje rondgeleid door 1 van de organisatoren, over de campus van de Universidad Nacional Autónoma de México (UNAM), de grootste universiteit in Latijns Amerika. Beroemd is het gebouw van de Centrale Bibliotheek, dat aan alle kanten gedecoreerd is met mozaieken die de oude en moderne Mexicaanse cultuur uitbeelden. Prof. Arroyo, die aan deze universiteit had gestudeerd kon er uren over vertellen.
We reden ook naar een andere locatie van de UNAM, waar allerlei kunstwerken stonden. Er was een soort moderne Stonehenge, van een stuk of 50 grote driehoeken in een cirkel.
Er was ook een lange, golvende muur die een slang moest voorstellen. Ik waagde me niet aan de slang (mijn enkel is nog steeds niet helemaal 100% en je moest nogal veel springen en op en neer lopen), maar het conferentie-groepje op de muur leverde een paar leuke plaatjes op.
De zaterdag na de conferentie kregen de invited speakers nog een cadeautje aangeboden: een excursie naar de Pyramides van Teotihucan. Met een busje reden we eerst naar de San Agustin Acolman Monastery, waar we een kleine rondleiding kregen.
De archeologische site van Teotihuacan bleek een geweldig indrukwekkende plek. Ik had er niet zo veel over gelezen, en we werden aangenaam verrast hoe mooi en groot het was.
Teotihuacan was een stad iets ten noorden van het huidige Mexico City, van ongeveer 150 voor Chr tot 700 na Chr. Oud dus! Er is niet veel meer van over, behalve twee grote pyramides, de Piramide van de Zon en de Piramide van de Maan.
Eerst bezochten we de opgravingen van de oude woningen. Het deed me erg aan oude Griekse opgravingen denken. Omdat er geen geschreven woord gevonden is, weten we helemaal niets van deze oude beschaving.
Je mocht hier gewoon op de piramides klimmen. Uiteraard gingen we voor de hoogste, en zo klommen we de 70 meter hoge Zonnepiramide. Dat viel nog niet mee in de hitte en zo hoog boven zeeniveau (2200 meter) maar uiteindelijk stonden we allemaal hijgend op de top.
Nou ja, het allerlaatste topje liet ik graag aan de anderen over, want dat was nogal hobbelig, en twee verzwikte enkels lijkt me genoeg voor dit jaar.
Het uitzicht over de velden met opgravingen en de Avenue of the Dead was geweldig.
Naar beneden was minstens zo inspannend, en best wel eng hier en daar. Het EHBO postje onderaan de piramide was een beetje verontrustend. Maar gelukkig bereikten we allemaal weer heelhuids de begane grond.
Waar mensen zijn, is nering, zeiden mijn ouders altijd al, en ook hier waren de nodige souvenirs-stalletjes. Sombrero's, potjes, ponchos, en kitch, het was hier allemaal te koop. En ook een paar schildpadjes, die ik natuurlijk niet kon weerstaan.
En daarna was het tijd voor een lekker lunch-buffet.
Gerard ging ook mee (uiteraard op eigen kosten) en zo vlogen we begin oktober naar Mexico City, een van de grootste steden ter wereld. We werden van het vliegveld opgehaald en maakten al gelijk kennis met de verkeerschaos in de stad. De stad zelf heeft ruim 8 miljoen inwoners, maar met alle voorsteden eromheen is het een agglomeratie van 20 miljoen inwoners. De stad ligt op ruim 2200 meter hoogte, en wordt omringd door heuvels en vulkanen. Na anderhalf uur file bereikten we eindelijk het hotel Royal Pedregal in het zuiden van de stad.
Alle andere sprekers logeerden in hetzelfde hotel, dus toen we die ochtend in de hal verzamelden konden we met elkaar kennismaken. Er waren sprekers uit Bangladesh, Chili, Mexico, en de VS. Een echt internationaal gezelschap.
We werden met een busje vervoerd naar een ziekenhuis annex medische school complex, waar de conferentie plaats vond. Het was een flinke zaal met zo'n 200 belangstellenden, meest dietisten en artsen-in-opleiding.
Alle aanwezigen kregen een koptelefoon op, en via twee tolken werd van het Engels in het Spaans vertaald, of vice versa. Petje af voor de tolken, hoor! Mijn praatje ging goed en ik kon na afloop heerlijk ontspannen naar de andere sprekers luisteren.
Naar goed Mexicaans gebruik liep het programma flink uit, en zo zaten we pas om 3 uur aan de lunch. Best laat, omdat we al om 7 uur die ochtend in de hal moesten staan. Gelukkig had ik een ontbijtreep in mijn tas gehad!
Die avond kregen we met alle sprekers en organisatoren een fantastisch diner aangeboden van de Nestlé Foundation. Kaviaar, champagne, een ontklede kreeft, zalm, biefstuk, en cadeautjes voor alle sprekers (wil iemand nog een sjaal hebben?). Er was zelfs een strijkje om het geheel te complementeren. Maar ja, Gerard en ik betalen ons blauw aan Nespresso koffiepadjes, dus Nestlé mag ook wel eens wat terugdoen, vond ik.
De conferentie duurde twee dagen, en aan het eind van de tweede dag werden de sprekers in een busje rondgeleid door 1 van de organisatoren, over de campus van de Universidad Nacional Autónoma de México (UNAM), de grootste universiteit in Latijns Amerika. Beroemd is het gebouw van de Centrale Bibliotheek, dat aan alle kanten gedecoreerd is met mozaieken die de oude en moderne Mexicaanse cultuur uitbeelden. Prof. Arroyo, die aan deze universiteit had gestudeerd kon er uren over vertellen.
We reden ook naar een andere locatie van de UNAM, waar allerlei kunstwerken stonden. Er was een soort moderne Stonehenge, van een stuk of 50 grote driehoeken in een cirkel.
Er was ook een lange, golvende muur die een slang moest voorstellen. Ik waagde me niet aan de slang (mijn enkel is nog steeds niet helemaal 100% en je moest nogal veel springen en op en neer lopen), maar het conferentie-groepje op de muur leverde een paar leuke plaatjes op.
De zaterdag na de conferentie kregen de invited speakers nog een cadeautje aangeboden: een excursie naar de Pyramides van Teotihucan. Met een busje reden we eerst naar de San Agustin Acolman Monastery, waar we een kleine rondleiding kregen.
De archeologische site van Teotihuacan bleek een geweldig indrukwekkende plek. Ik had er niet zo veel over gelezen, en we werden aangenaam verrast hoe mooi en groot het was.
Teotihuacan was een stad iets ten noorden van het huidige Mexico City, van ongeveer 150 voor Chr tot 700 na Chr. Oud dus! Er is niet veel meer van over, behalve twee grote pyramides, de Piramide van de Zon en de Piramide van de Maan.
Eerst bezochten we de opgravingen van de oude woningen. Het deed me erg aan oude Griekse opgravingen denken. Omdat er geen geschreven woord gevonden is, weten we helemaal niets van deze oude beschaving.
Je mocht hier gewoon op de piramides klimmen. Uiteraard gingen we voor de hoogste, en zo klommen we de 70 meter hoge Zonnepiramide. Dat viel nog niet mee in de hitte en zo hoog boven zeeniveau (2200 meter) maar uiteindelijk stonden we allemaal hijgend op de top.
Nou ja, het allerlaatste topje liet ik graag aan de anderen over, want dat was nogal hobbelig, en twee verzwikte enkels lijkt me genoeg voor dit jaar.
Het uitzicht over de velden met opgravingen en de Avenue of the Dead was geweldig.
Naar beneden was minstens zo inspannend, en best wel eng hier en daar. Het EHBO postje onderaan de piramide was een beetje verontrustend. Maar gelukkig bereikten we allemaal weer heelhuids de begane grond.
Waar mensen zijn, is nering, zeiden mijn ouders altijd al, en ook hier waren de nodige souvenirs-stalletjes. Sombrero's, potjes, ponchos, en kitch, het was hier allemaal te koop. En ook een paar schildpadjes, die ik natuurlijk niet kon weerstaan.
En daarna was het tijd voor een lekker lunch-buffet.