Wednesday, June 29, 2005

De Dubbele Spatie

Er schiet me nog iets aardigs te binnen.  Toen we ons artikel aan het schrijven waren, viel het me op dat mijn collega P. altijd twee spaties na de punt aan het einde van de zin typte.  Die ik dan vervolgens weer weghaalde, want een manuscript moet aan allerlei regels voldoen, en 1 daarvan is een maximum character count.  Dus elke spatie telt, dacht ik.  Maar P. bleef het doen, en opeens viel me op dat hij niet de enige was.  Op een keer vroeg ik hem ernaar.  Hij zei dat dat zo hoorde: een single space tussen twee woorden, of na een komma, en een double space aan het einde van een zin.  Ik had daar nog nooit van gehoord.  Are you kiddin'?  Maar toen ik het aan andere Amerikanen vroeg, bleek dat de meerderheid dat inderdaad zo geleerd had.  En na een tijdje zag ik er het voordeel wel van in: afhankelijk van het lettertype kan het inderdaad een stuk duidelijker staan.  Op Internet bleek de wereld verdeeld in twee kampen, de doublespacers en de singles.  Dus voor deze gelegenheid heb ik in dit stukje ge-double-spaced (lastiger dan je denkt omdat HTML in principe maar 1 spatie laat zien, hoeveel je er ook intypt; maar er is een commando om dat te omzeilen).

De Publicatie

Het is alweer een beetje oud nieuws maar toch de moeite waard om te vertellen: ik ben tweede auteur van een wetenschappelijke publicatie die een paar weken geleden is verschenen in Science! De wetenschappers onder jullie zullen snappen waarom ik hier heel erg blij mee ben. Voor de niet-wetenschappers zal ik uitleggen wat dat inhoudt.

De resultaten van onderzoek worden pas echt waardevol als je ze publiceert in een wetenschappelijk tijdschrift, zodat andere onderzoekers ervan kennis kunnen nemen. Het schrijven van een artikel is lastiger dan je misschien zou denken. Je moet in een beperkt aantal woorden precies omschrijven wat je gedaan hebt, wat de resultaten zijn, en bediscussieren waarom het nieuw en belangrijk is. Gelukkig werk je er meestal met een groep mensen aan, en kun je elkaar helpen om alles precies te formuleren. Daarna stuur je het manuscript op naar een geschikt tijdschrift. Er zijn vele journals, elk met zijn eigen specialisatie en lezersgroep. Sommige tijdschriften zijn gespecialiseerd in een bepaald vakgebied, bv. kindergeneeskunde of microbiologie, of nog gespecialeerder (bv. kinder-gastroenterologie). De waarde van elk tijdschrift wordt vaak afgemeten aan de hand van de Science Citation Index, een soort score voor hoe vaak een artikel uit dat tijdschrift wordt geciteerd door een andere publicatie, de impact factor. Sommige journals hebben een index van bv. 1 (laag), andere hebben 20 (hoog). Iedereen wil natuurlijk graag in een “hoog” aangeschreven tijdschrift publiceren, dus die journals krijgen een hoop aanmeldingen, en ze moeten dus zeer streng zijn in hun selectie procedure. Die selectie heet peer review en het komt erop neer dat je manuscript wordt doorgestuurd naar anonieme reviewers, die er commentaar op kunnen leveren. Zij moeten de fouten er uit halen, kijken of er genoeg informatie in staat (vergelijking met andere publicaties, voldoende experimentele details, goede controle experimenten, etc), en beoordelen of het geschikt is voor het desbetreffende tijdschrift. Hoe hoger het tijdschrift in de Science Citation Index scoort, hoe strenger deze selectie in het algemeen is.

Science Magazine wordt, net als het Britse Nature, beschouwd als een heel goed tijdschrift. Het is heel breed en accepteert publicaties uit allerlei vakgebieden (natuurkunde, biologie, scheikunde, sterrenkunde etc). Het is dus geweldig dat ons artikel geaccepteerd is!

Ik ben “slechts” tweede auteur, mijn collega Paul is eerste. Hij heeft verreweg het meeste werk gedaan aan het opschrijven van de resultaten, maar we hebben samen de experimenten en analyse gedaan. Waar gaat het allemaal over? Doel van ons project was te onderzoeken welke bacteriën er in de darmen van gezonde mensen “wonen”. Je hebt 10 x meer bacteriën binnen in je lijf dan je eigen lichaamscellen. Een beetje eng idee maar dit zijn “goede” bacteriën, die je helpen bij de spijsvertering, en je beschermen tegen ziekteverwekkers. Er was door andere mensen in het verleden ook gekeken naar de samenstelling van de darmflora, maar dat was met kweekmethoden. Ons onderzoek is gedaan door te kijken naar het DNA van de bacteriën, zodat we ook bacteriën die moeilijk te kweken zijn, konden analyseren. Het doen van de experimenten was niet eens zoveel werk, maar we hebben allebei maanden achter de computer gezeten om de data te analyseren! Niet alleen moesten we alle DNA sequenties met elkaar vergelijken, we moesten ook nieuwe programma’s leren, en statistiek toepassen. Dat valt niet mee voor Eliesje, die zich niet zoveel meer van statistiek kon herinneren. Wat is een Chi-square toets in hemelsnaam? En principal component analysis…. Oei.

Uiteindelijk hebben we de hulp van de afdeling statistiek van Stanford ingeroepen, en met hun hulp konden we bewijzen dat de drie patienten die we hebben geanalyseerd alledrie heel verschillende bacteriën in hun darmen hebben, maar dat binnen 1 persoon de samenstelling van de flora heel constant is.

Stanford heeft over onze publicatie een persbericht uitgebracht, waar je nog meer over ons onderzoek kunt lezen (in het Engels; met een hele enge foto van Paul). Ook de Mercury News heeft er een artikeltje aan gewijd (sorry, deze link doet het niet direct, je moet eerst registreren).

Ik kan je hier niet ons hele artikel laten zien, want Science wil natuurlijk graag dat je daar voor betaalt. Copyright en zo. Maar hier is een stukje van de eerste pagina (hoop dat dat wel mag).



En ik kan je ook het Science issue van 10 juni 2005 laten zien, waar onze publicatie in staat. We zijn in de special “Women’s Health” terechtgekomen, vreemd genoeg (weer zo'n rare foto). We hadden eigenlijk in de Darm-special moeten staan in maart, maar door vertraging in het peer review proces hebben we dat helaas niet gehaald. Maar we mopperen niet, hoor. Laat de champagne kurken maar knallen!

Tuesday, June 28, 2005

De Spin

O jee, een spin. Dat zal je altijd zien. Gerard, mijn dappere spinnenvanger, is vanochtend vertrokken naar Japan, op zakenreis. En natuurlijk, altijd als hij net weg is, zit er een spin op het plafond. Het is best een joekel (vind ik dan). En zo op het witte plafond lijkt hij best groot. De katten zitten er ook naar te kijken maar ze kunnen er niet bij. Jammer, want anders hadden zij hem kunnen vangen.

Ik heb net onze nieuwe digi-camera gepakt, de Canon EOS, met de telelens, om een foto te maken. Ik zoom in, en Ai-ai-ai, ik gil het uit: wat is-ie groot, zo door de telelens...... brrrr. In werkelijkheid is hij maar 3 cm hoor, maar ja, ik heb het niet zo op spinnen.

Hellup, hij beweegt....


De Shell Ginger

Zijn jullie mijn tuinverhalen al zat? Mag ik er nog eentje doen? Vast niet de laatste hoor, maar we zijn dan ook zo druk bezig in de tuin, dat ik eigenlijk niets anders te vertellen heb. Mijn website lijkt haast wel een internet versie van “Eigen Huis en Tuin” (bestaat dat programma nog steeds?).

Ons huis is gebouwd rond een atrium, een binnenplaats. In de betonnen vloer zijn uitsparingen voor planten. Een van die plantvakken, voor de raam van onze studeerkamer, stond al een tijdje leeg. Ik had er drie jaar geleden Calla-lelies (Canna) in gezet, maar ons beest Frodo (de kat die denkt dat hij een hond is, of is het andersom?) liep telkens de tere stengels omver. Hieronder op de foto zie je het plantvak waar ik het over heb. Een beetje lastig te zien in de zon, maar het is het vak vlak voor het raam, met die keien. De keien en kiezels liggen daar zodat de katten de plantenvakken niet als kattenbak gaan gebruiken (door schade en schande wordt men wijs).



Ik was dus op zoek naar een nieuwe plant, die aan de volgende eisen moest voldoen:


  1. tropische uitstraling (bv. groot blad)
  2. Frodo-proof (stevige stengels, niet giftig voor katten)
  3. moet tegen zon en schaduw kunnen (twee uur per dag felle zon, rest van de dag schaduw)
  4. maximaal 150 cm hoog (komt voor een raam te staan)
  5. niet te breed uitgroeiend
  6. te koop bij een tuincentrum bij ons in de buurt

Het viel nog niet mee om een geschikte plant te vinden. Na veel Internet zoekacties (waar zouden we zijn zonder Google?) kwam ik uit op de Shell Ginger (Alpinia zerumbet variegata). Een tropische plant met stevige stengels, roze bloemen, niet te hoog of te breed, en hij was te koop bij de Summerwinds Nursery hier vlakbij. Want een geschikte plant op Internet uitzoeken is nog geen eens zo moeilijk, maar of je hem dan ergens kunt kopen is nummer twee. Maar het plaatselijke tuincentrumpje had hem hoor, en zelfs een volwassen, groot exemplaar, zodat ik niet vijf jaar hoef te wachten tot-ie mooi is. Helemaal gelukkig kwam ik met mijn plant thuis.

Natuurlijk was het weer een hoop werk: kiezels weghalen, gat uitgraven, zak compost door de slechte grond mengen, sprinkler buis verleggen, grond nog eens doormengen, plant op juiste hoogte neerzetten, grond aanstampen, worteldoek neerleggen, kiezels en keien neerleggen, en sprinklerkopjes plaatsen.

Dit is het mooie resultaat. Meet Miss Shell Ginger! Bevallig strekt ze haar grappig gestreepte bladeren uit, en geeft met haar grote groene blad het atrium de gewenste tropische sfeer. Het leuke is dat de plant gelijk er uit zag alsof-ie er al jaren staat.

De Nieuwe Schutting

Afgelopen donderdag en vrijdag is onze nieuwe schutting (fence) geplaatst. Ik schreef al eerder hoe we er voor schobberdebonk bij zaten, met de omgevallen schutting. De schuttingman was al een paar weken geleden geweest voor een offerte, maar het duurde even voordat we de handtekeningen van twee buren (achter en rechts; de schutting links was al een paar maanden geleden vervangen) hadden, en natuurlijk moesten we daarna wachten totdat de fence guys aan de slag konden. Hier is nog een plaatje van de oude, omgevallen schutting, met op de achtergrond het bruine huis van de achterburen:



Het was me nogal een klus: de achterschutting was 65 feet lang (ca. 20 meter) en de rechterzijschutting 75 feet (ca. 25 meter). Bovendien wilden we twee nieuwe deuren aan de voorkant van het huis, en stonden er wat bomen in de weg, lang geleden door de vorige bewoners te dicht op de erfscheiding geplant, en nu grote stammen. Er moesten dus wat boxes gebouwd worden om de bomen heen. Maar drie mannen hebben het project in anderhalve dag voor elkaar gekregen.

Zoals vaak hier in de Bay Area worden dit soort klussen door Mexicanen uitgevoerd. Wat Nederland in de jaren 70 voor Marokkanen en Turken was, is de VS voor Mexicanen: het land waar ze hopen op een beter bestaan. Maar de VS is een hard land, en er is niet veel geld te verdienen voor mensen zonder diploma’s of voor hen die geen of slecht Engels spreken. Veel Mexicanen eindigen dan ook in de laag betaalde banen zoals schoonmaakhulp, tuinier, of klusjesman. Er is zelfs een groot illegaal cirquit. Als je op zaterdagmorgen naar de Home Depot (soort grote Gamma) rijdt, zie je op het parkeerterrein heel veel mannen “rondhangen”. Ze staan in groepjes tegen bomen geleund, of zitten op de grond naast hun pickup truck. Eerst wisten we niet wat ze daar deden, maar iemand heeft het ons uitgelegd: je kunt ze huren voor een karwei. Een soort klusjes-prostituees dus. Ik weet eerlijk gezegd niet of deze mensen een werkvergunning hebben, maar helemaal legaal lijkt het me niet. Rest me nog te zeggen dat de economie in de Bay Area voor een groot deel afhankelijk is van deze mensen, die het werk doen waar anderen hun neus voor ophalen. Maar ik dwaal af. Terug naar onze tuin.

Het is prachtig geworden! We hebben weer een schutting, en geen inkijk meer van onze achter- en zijburen. Ons huis met zijn grote raampartij aan de achterkant is heerlijk, maar niet als je geen schutting hebt. Heerlijk, we kunnen weer in ons blootje door het huis rennen (als we dat zouden willen natuurlijk).




Het ziet er wel heel anders uit dan voorheen. Geen groene “muur” van klimop, maar kaal hout. Het pressure-treated hout is nog een beetje rozigrood, maar zal over een paar weken verkleuren naar een normale houtkleur.

Dit weekend heb ik direct plantenrekken opgehangen zodat er klimplanten tegenaan kunnen groeien. Dat was natuurlijk weer lastig, want de klimrekken hier zijn uitermate truttig. Uiteindelijk besloten we te gaan voor metalen rekken, eigenlijk bedoeld voor het gieten van gewapend beton, en waarschijnlijk niet beschermd tegen roest, maar het meest moderne wat we konden vinden. En, slechts 4 dollar per stuk! Ik heb er al een stuk of 8 opgehangen, en daarna klimplanten neergezet: Clematis, Hardenbergia, Bougainvillea, etc.. Hopelijk hebben we straks weer een groen uitzicht.

Tenslotte heb ik ook een nectarine-boompje gekocht. Jajajaja, we wonen in California, dus dat moeten we wel uitbuiten. Heerlijk, over een paar jaar sappige nectarines-uit-eigen-tuin. Helaas is het nog maar een klein ukkie van een boompje, dus het zal wel even duren voordat er vruchten aan komen. Via Internet leerde ik dat een nectarine gewoon een gemuteerde perzik is. Aan een perzikboom groeien soms spontaan “kale” perziken, zonder haar op de schil, en dat zijn nectarines. Het omgekeerde schijnt ook te gebeuren: spontane harige perziken aan een nectarine boom. Mmmm, misschien wat voor de haarindustrie…? Zou het niet heerlijk zijn voor een kale man als hij ineens spontaan weer haar kreeg?

De Schuur

Dit weekend hebben we de grote schuur weggehaald.

Toen we het huis kochten, hebben we van de vorige eigenaars twee metalen tuinschuurtjes “ge-orven”. Een klein schuurtje links opzij van het huis, en een grotere schuur rechts van het huis. Het kleine schuurtje was handig, met planken aan 1 kant, net genoeg voor plantenpotten, mest, en gereedschap. Maar de grote schuur was ons een beetje een doorn in het oog. Hij was best groot, 8 x 10 feet (2.5 bij 3.5 meter), en hoog genoeg om in te staan. Maar de deur was erg laag, en ik stootte elke keer mijn kop als ik weer naar buiten ging. Bovendien stond het huisje aan de “brede” zijkant van ons huis, de kant waar we nog iets moois van wilden maken, en het nam erg veel ruimte in beslag. Het schuurtje stond vol met metalen open kasten, vele potten verf, vogelzaad, oude bakken voor glas- en oud papier-recycling, een hangmappenkast, bonzai-bakjes en orchideeen-aarde. Allemaal troep van de vorige bewoners. De verfpotten waren – letterlijk – een bonte verzameling van vele verfbeurten. Op zich een prima idee van de oude bewoners om dit achter te laten. Alles was netjes gelabeld: “eaves overhang 1989” “inside interior walls 1991”, maar als je huis inmiddels in een andere kleur is overgeschilderd in 1997 heb je daar natuurlijk niet zoveel aan. We hadden wel eens een pot opengemaakt, toen we iets wilden bijwerken, maar de verf was in twee lagen uitgelopen, en we kregen het niet meer gemengd. Tenslotte werd het schuurtje bewoond door een kolonie griezelspinnen die net een nieuwe generatie aan het kweken waren. In alle hoeken hingen de wattenbolletjes van nieuwe babyspinnen-nesten te wachten op de zomer, en ik durfde niet meer naar binnen te gaan zonder petje op en een ragebol in mijn hand. Kortom, we hadden eigenlijk niets aan het schuurtje.


Zaterdagmorgen begonnen Gerard en ik vol goede moed het schuurtje uit te ruimen. Het was die dag toevallig ook de maandelijkse “hazardous material” inzameling van de gemeente Sunnyvale, dus besloot ik eerst de verfpotten te sorteren. Nou, dat waren me toch een hoop potten! Ik heb alles achterin de auto geladen, en naar het inzamelingspunt gebracht. Dat ruimde lekker op. Daarna alle kasten uit de schuur gehaald, maar liefst 9 stuks, de ladenkast niet meegerekend.



Inmiddels had ik al weer drie keer mijn kop tegen de deur geknald, waardoor mijn werklust steeds groter werd. Weg met die %#$&* schuur! Maar het bleek natuurlijk weer meer werk dan we hadden gedacht. De helft van de schroeven zat muurvast geroest, zodat Gerard uiteindelijk besloot om de hulp in te roepen van De Haakse Slijper. Een helse machine, die zonder mededogen, onder het uitstoten van grommende klanken en regens van vonken, met vaste hand bestuurd door Gerards sterke arm, het schuurtje uiteindelijk deed veranderen in een smeulende berg metaalplaten.



Dat was een heel ander gezicht. We hadden er ineens een flink stuk tuin bij, en begonnen plannen te maken voor dit nieuw veroverde stuk grondbezit. Mmmm, waar zullen we het zwembad plaatsen?

De Snelle Verbinding

We zijn weer online hoor! De monteur van Comcast kwam netjes op zondag en vertelde dat er inderdaad problemen in Sunnyvale waren geweest. Onze modem moest gereset worden, maar toen werkte alles weer als een zonnetje. Heeeeeeeeeerlijk snelllllllll. Gerard en ik gingen gelijk allebei achter te computer zitten om even de surfschade in te halen. Deze internet junkies zijn weer helemaal gelukkig.

Friday, June 24, 2005

De Trage Verbinding




The last week (starting around June 15) we have some serious Internet connection problems. We have Comcast High Speed Internet. I am posting this in English so that other people (who might have similar problems) might read this.



OK, nu weer in het Nederlands. Sinds een week of zo hebben we een vreselijk trage Internet verbinding. Verbindingen van 1 kb per seconde, of helemaal niet. Af en toe hebben we even 5 min een goede verbinding, maar halverwege valt het ineens weer terug naar 0. En dat terwijl we Comcast High Speed Internet hebben! Ik heb al gebeld maar het is niet duidelijk wat er aan de hand is. Het lijkt niet aan onze modem of computers te liggen, maar de Comcast meneer zag wel dat er iets niet goed was. Zondag komt er een monteur. Op zondag? Ja, kennelijk namen ze mijn klacht wel heel serieus.

Het uploaden van plaatjes voor mijn blog is een ramp. Ik ben al uren bezig om een nieuwe aflevering over onze tuinklusjes te maken, maar elke keer als ik een plaatje probeer op te laden, crasht alles. Vandaar maar even deze kale aflevering.

Ik ben er wel achter gekomen dat ik Internet-verslaafde ben. Het is helemaal niet leuk als je even iets wilt opzoeken, en het duurt 10 minuten voordat de pagina geladen is. En ik wil heeeel vaak iets opzoeken op een gemiddelde avond. Wat een frustraties voor deze Internet - junkie!

Saturday, June 11, 2005

De Block Party

We komen zojuist terug van een onverwachte Block Party (straatfeest). Rond een uur of vijf zei Gerard, die in de studeerkamer zat, opeens: Moet je nu eens komen kijken.... In de cul-de-sac, het doodlopende straatje waar we op uitkijken, waren stoelen en tafels op straat neergezet. We zagen diverse buren rondlopen, hun kinderen renden rond, er stond eten op de tafels, en er speelde muziek. Hee, waren wij niet uitgenodigd? Hadden we iets gemist? We gingen in onze brievenbus kijken (in de garage), en zowaar, opgevouwen, half achter de brievenbus, lag een uitnodiging. Hoe lang lag die er al?.... Oeps..... Het bleek te gaan om een welkomst-feest voor nieuwe buren S. en N., die een straatje verderop waren komen wonen.

Het bleek ook een potluck party te zijn, een feest waar iedereen wat te eten/drinken meebrengt. Dat zijn altijd wel leuke feesten, want je krijgt een soort buffet van allerlei smaken en gerechten. En de organisatoren of gastheren/vrouwen hoeven niet veel voor te bereiden.

Maar wat moesten we nu doen? Het feest was al begonnen, en we hadden "niets in huis". Wat nu? Gelukkig bedacht ik me dat ik nu mooi pesto kon maken. Een poosje terug had ik basilicum (basil) geplant in het nieuwe kruidentuintje links achter in de tuin, en de plantjes waren al best groot. Gauw wat recepten vanaf het web geplukt, en gelukkig had ik de andere ingredienten (pijnboompitten, knoflook en parmezaanse kaas) ook in huis. De avond ervoor hadden Gerard en ik ook al een kleine food processor gekocht. Die hadden we nog niet, maar we hadden bedacht dat we die wel moesten kopen, als ik met al die kruiden ook wat lekkers wilde maken. Kortom, alle omstandigheden waren gunstig, en Elies kon haar eerste pesto gaan maken.

En het was heel gemakkelijk. En het werd me toch lekker! Terwijl ik me snel verkleedde voor het feestje, pakte Gerard een grote platte schaal, zette het bakje pesto in het midden, drapeerde er toostjes omheen (over van een potluck bij ons thuis), en deed een blaadje basilicum op de pesto. Nou, dat zag er professioneel uit. Fles wijn mee genomen, en het feest kon beginnen. Alsof we het helemaal voorbereid hadden.

Het feest was ook gezellig. Veel buren gesproken, maar de meeste hadden we nog nooit ontmoet. Hier in de VS noem je alle mensen bij jou in de buurt trouwens een neighbor, ze hoeven niet per se direct naast je te wonen. We hebben gezellig met deze en gene gesproken. Ons Engels wordt steeds beter, en we worden ook al erg goed in de Amerikaanse, positieve manier van praten. "O really? How wonderful! That is sooooo nice of you! Thank you sooooo much. I just loooooooove this salad." Maar na een paar uur begint me dat wel een beetje op te breken. Ik kan het nog niet een hele avond volhouden, hoor. Het voelt nog steeds erg gemaakt.

De nieuwe mensen (S. en N.) bleken precies hetzelfde floor plan als wij te hebben. Alle huizen hier in de buurt zijn Eichlers, gebouwd rond 1960 door bouwer Joe Eichler (spreek uit als "Aiklur"), en hoewel de huizen erg op elkaar lijken, hebben ze allemaal net een wat andere bouw (meer informatie over Eichlers kun je vinden op de Eichler-network pagina). S. en N. wilden graag ons huis zien, dus we hebben ze een kleine rondleiding gegeven. Daarna namen ze ons mee naar hun nieuwe huis. Het was erg grappig om in je eigen huis te zijn, maar dan anders. Hun huis heeft nog veel in de originele staat, met veel houten panelen, terwijl ons huis helemaal wit is geverfd van binnen. Dat maakt toch wel een groot verschil. Verder hadden ze twee muren vol met spiegels, en veel ruiten met glas in lood, aangebracht door de vorige eigenaars, en niet echt onze smaak. Ze hadden wel precies hetzelfde bankstel als wij!

De avond eindigde met een vertoning van Shrek 2 op een groot scherm door onze overbuurman. Alle kinderen buiten op de plastic tuinstoeltjes, en de volwassenen op de rij er achter. En geen zorgen dat de buren de politie opbellen om te klagen over buren gerucht!

De Schutting

Het is nu toch echt tijd om de schutting te vervangen: vorige week is de helft van de achterschutting ingestort!

Een paar maanden geleden is de linker zijschutting vervangen, en we wisten dat de achter- en rechterzijkant ook slecht waren. Maar het was allemaal mooi begroeid met klimop, een geweldige groene muur, zonde om weg te halen. Toch moesten we er eens aan geloven, en we hadden met onze achter- en zijburen besloten om het dit jaar te laten doen. Onze achterbuurman had zoveel jungle in dat stuk van zijn tuin dat hij geen eens in de buurt van het hek kon komen! Drie weken geleden heeft hij alle struiken en klimop opeens laten weghalen, en het was ineens erg kaal.


Inmiddels heb ik ook alle klimop aan mijn kant weggehaald (met hulp van onze gast Huub - bedankt!), een flinke klus. Het weghalen is nog niet eens zoveel werk, maar het wegwerken. De gemeente Sunnyvale accepteert geen klimop als groenafval ("no ivy"), waarschijnlijk omdat het altijd weer uitloopt, dus we moesten alles in vuilniszakken doen. We hadden 20 extra vuilniszakken afgelopen woensdag aan de straat staan! We voelden ons net de familie Flodder. Maar gelukkig is alles netjes meegenomen.

Maar ja, de klimop was hetgene dat de schutting nu juist bij elkaar hield. Een windvlaag vorige week was genoeg om de hele boel te doen instorten. Dit is het trieste resultaat.



We hebben ineens een hele grote achtertuin, dat wel. Maar weinig privacy meer. Gelukkig is dit niet de achtertuin van onze achterburen, maar de zijtuin. Bovendien zitten de achterburen bijna nooit in hun tuin. Dat is typisch Amerikaans. Wel in California wonen, maar altijd binnenzitten. Nou, wij niet hoor, wij zitten lekker (onder de parasol) de hele zaterdag en zondag op ons terras.